Het Haagse gerechtshof heeft haar in hoger beroep een gevangenisstraf van 367 dagen, waarvan 300 dagen voorwaardelijk, opgelegd. Het hof heeft hierbij bijzondere voorwaarden opgelegd en de proeftijd - gelet op de ernst en de hardnekkigheid van de problemen van verdachte- op 3 jaar gesteld.
Naar Tsjechië gereden en lichaam begraven
De vrouw heeft het stoffelijk overschot van haar moeder in haar auto gelegd, is hiermee naar Tsjechië gereden en heeft haar daar in de bossen begraven. Zij heeft dit mede gedaan om te blijven profiteren van de door te betalen AOW- en pensioenuitkering van haar moeder. Zij is door het hof voor deze feiten verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. Daarnaast is zij veroordeeld voor diefstal en voor heling van kentekenplaten.
De straf komt overeen met de eis van het openbaar ministerie en de door de rechtbank in eerste aanleg opgelegde straf. De raadsman had vrijspraak bepleit. De vrouw zou haar moeder hebben meegenomen naar Tsjechië, omdat zij geen afscheid van haar wilde nemen. Financiële motieven zouden geen rol hebben gespeeld, aldus de raadsman.