In het ene wetsvoorstel met bijbehorend uitvoeringsbesluit wordt de Europese richtlijn over het recht op toegang tot een raadsman omgezet in Nederlands recht.
Zo mag de raadsman voor aanvang en na afloop van het verhoor opmerkingen maken en vragen stellen. Daarnaast heeft de raadsman, en trouwens ook de verdachte zelf, de mogelijkheid om ten minste eenmaal om onderbreking van het verhoor te vragen voor onderling overleg. Overigens loopt Nederland wat betreft de mogelijkheden van de raadsman tot deelname aan het verhoor niet uit de pas met de ons omringende landen.
Naast het recht op toegang tot een raadsman in verband met het politieverhoor bevat het wetsvoorstel bijvoorbeeld ook een recht om een advocaat in de lidstaat die een Europees arrestatiebevel (EAB) uitvaardigt, aan te wijzen en de mogelijkheid voor verdachten om een derde naar hun keuze van hun vrijheidsbeneming in kennis te stellen.
In het andere wetsvoorstel worden de bepalingen over de eerste fase van het opsporingsonderzoek aangevuld. Daarin staat bijvoorbeeld dat de termijn voor het ophouden voor verhoor wordt verlengd van zes naar negen uur, om zo ruimte te maken voor bijstand van een raadsman bij het verhoor. Ook staat erin dat de raadsman na afloop van het verhoor in de gelegenheid wordt gesteld opmerkingen te maken bij de weergave van het verhoor in het proces-verbaal.