D. bewerkte op 19 oktober 2015 een prostituee in Leeuwarden met een stanleymes. De officier zei hierover dat poging tot moord op de prostituee niet bewezen kan worden, maar dat er wettig en overtuigend bewijs is voor poging doodslag. D. verklaarde hierover dat hij zou aangevallen zijn door de vrouw nadat het mes uit zijn broekzak was gevallen. Het slachtoffer zegt dat D. bij binnenkomst direct op haar instak.
Op de zelfde dag bracht D. de 68-jarige Cecile Postumus-Delea om het leven door haar dood te slaan met een fles. Omdat ook hier voorbedachte rade niet kan worden bewezen, is dit volgens het OM dan ook doodslag. Over het om het leven brengen van de vrouw hult de verdachte zich in stilzwijgen en beroept zich op zijn zwijgrecht.
Experts denken dat D. op die dag verminderd toerekeningsvatbaar was. Dit is niet met zekerheid vast te stellen omdat de verdachte niet meewerkt aan een psychologisch onderzoek.