Volgens de eigenaar van de shop is die voorraad echter noodzakelijk voor een verantwoorde exploitatie. De uitspraak kan belangrijke gevolgen hebben voor het Nederlandse gedoogbeleid ten aanzien van softdrugs.
De coffeeshop voldoet aan alle regels en de strafrechter stelde de coffeeshop daarom eerder al in het gelijk. Omdat de burgemeester en de bestuursrechter dat niet deden, stapte de coffeeshophouder naar de Raad van State.
De advocaten van de coffeeshop – Mark van Weeren, Sidney Smeets en Tim Vis – noemen het een ‘baanbrekende overwinning’. Van Weeren: “Het heeft lang geduurd, maar de Raad van State zorgt met deze uitspraak eindelijk voor eenheid van recht. Als de strafrechter een handelsvoorraad noodzakelijk noemt, kan de bestuursrechter niet achterblijven.”
Smeets: “Coffeeshops werden tot nu toe door de kat of de hond gebeten: kregen ze strafrechtelijk gelijk, waren ze via het bestuursrecht alsnog de dupe. De bestuursrechter volgt nu de strafrechtelijke ontwikkeling. Rechters over de hele linie zijn klaar met het hypocriete gedoogbeleid.”
Wat de gevolgen van de uitspraak voor het gedoogbeleid zullen zijn, zal de komende tijd blijken. De advocaten hopen dat de baanbrekende uitspraak van de bestuursrechter de regering aanzet tot verandering. Vis: “Het gedoogbeleid in de huidige vorm is failliet. Rechters weigeren zich nog langer te voegen naar onhoudbaar beleid. De minister zou moeten luisteren naar gemeenten, rechters en naar deskundigen. Iedereen roept op tot een transparante, gereguleerde aanvoerketen.”
Er zijn initiatieven om tot een gereguleerde aanvoerketen te komen, waaronder een conceptwetsvoorstel van D66. Dat wetsvoorstel heeft nog niet de steun van de meerderheid. Smeets: “Het politieke gegeven dat er nog geen meerderheid in de Kamer is, kan niet betekenen dat de minister zijn ogen blijft sluiten voor wat nu ook de Raad van State glashelder zegt: coffeeshops die cannabis mogen verkopen, moeten dat ook transparant kunnen aanvoeren.”