Leraren in het voortgezet onderwijs werken gemiddeld 48 uur per week. Veel meer dan bij een fulltimebaan verwacht mag worden. Vooral parttimers met een kleine baan maken veel overuren. Datzelfde geldt voor mensen die voor ongeveer vier dagen per week op de loonlijst staan, maar in de praktijk rustig een fulltime werkweek volmaken.
“Wanneer we de werkweek van docenten tot normale proporties willen terugbrengen, dan zijn er extra leraren nodig”, constateert Liesbeth Verheggen. “Het gaat om ongeveer 15 procent meer werk dan een normale lesweek zou moeten bedragen, dus dan heb je ook 15 procent meer mensen nodig. Oftewel: 9.000 leraren extra. Een boodschap die de politiek ter harte moet nemen. Willen we passend onderwijs voor onze leerlingen, meer maatwerk, ruimte om het lesprogramma te vernieuwen en te verbeteren, dan hebben we meer mensen nodig.”
Meer met minder mensen
Verheggen wijst erop dat de trend de afgelopen jaren een andere was. “Meer doen met minder mensen. Terwijl het leerlingenaantal steeg, daalde het aantal leraren. De effecten zagen we: vollere klassen en druk op docenten om meer lesuren per week te maken. TNO-onderzoek toonde aan dat het percentage burn-out klachten in het onderwijs het hoogste is van alle beroepssectoren in Nederland. Eén op de vijf docenten heeft daar last van. Het nam ook toe de afgelopen jaren, want het ging een paar jaar terug nog om één op de zeven collega’s.”
De werkweek van 48 uur blijkt uit een eerste tussentijdse analyse van het langlopende onderzoek naar werkdruk dat in opdracht van de Algemene Onderwijsbond wordt uitgevoerd door het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen en Van Kessel Onderzoek&Advies. Deze tussentijdse analyse is speciaal gemaakt voor het programma Zembla, dat vandaag aandacht besteedt aan de werkdruk in het voortgezet onderwijs.