Het slachtoffer werd op die dag dood aangetroffen in een gang bij zijn woning direct naast de rosse buurt in Groningen. Leeuwe, die in deze buurt bekend stond als de boodschappenman van de prostituees, moet een vreselijke dood zijn gestorven. Hij werd liggend op de grond met zijn gezicht naar beneden, met zijn armen en benen vastgebonden en met tape om zijn hals, aangetroffen. Hoe lang hij daar heeft gelegen en wat er zich tijdens de bewuste nacht exact heeft afgespeeld blijft onduidelijk. Wat wel vast staat is dat beide verdachten op de plaats delict zijn geweest. Van beide verdachten werden meerdere DNA-sporen aangetroffen.
De kern van de zaak draait er om of verdachten bij het plegen van de geweldshandelingen jegens het slachtoffer wel of geen opzet hadden op zijn dood. De rechtbank vond van wel en legde vijftien jaar cel op. De officier van justitie vond van niet en kwam tot een eis van tien jaar. De verdachten stelden hoger beroep in.
Een langdurige celstraf is voor beide verdachten op zijn plaats, zo vindt deadvocaat-generaal. 'Het slachtoffer heeft zijn laatste minuten of uren in eenzaamheid moeten slijten, vastgebonden aan handen en voeten en deels nog met de tape voor zijn gezicht. Zijn ademhaling werd belemmerd en hij is uiteindelijk gestikt. Een wrede dood. Het dierbaarste bezit dat hij had, zijn leven, is hem op gruwelijke wijze ontnomen.'