Voor Delfzijl en omgeving, Oost-Groningen, Zeeuws-Vlaanderen, Zuidoost-Drenthe, Zuid-Limburg en de Achterhoek is onderzocht hoe het aantal banen van werknemers zich heeft ontwikkeld van 2008 tot en met 2014. Vooral vanaf 2011 gingen er in al deze regio’s naar verhouding meer banen verloren dan in Nederland als geheel.
Grootste afname van banen in het noorden
Vooral de noordelijke krimpregio’s kregen een knauw. In Zuidoost-Drenthe was de terugloop van het aantal banen met 9 procent het sterkst. Alleen in de Achterhoek en Zuid-Limburg groeide het aantal in 2014 weer, terwijl dat in Zeeuws-Vlaanderen bijna gelijk bleef en in de overige drie krimpregio’s bleef dalen.
Aantal banen in de zorg steeg landelijk, maar daalt in krimpregio’s
In de bedrijfstakken waar het aantal banen over heel Nederland terugliep, was de daling in de krimpgebieden naar verhouding sterker dan gemiddeld. Zo ging in de krimpgebieden 11 procent van de banen in het onderwijs verloren, tegenover 3 procent voor heel Nederland. Deze ontwikkeling hangt samen met het afnemende aantal kinderen in de basisschoolleeftijd in krimpgebieden. Ook in de specialistische dienstverlening was de teruggang sterker. En de zorg, die landelijk groeide, kende in de genoemde gebieden als geheel ook een lichte teruggang.