In een brief stellen de ondertekenaars dat scholen niet zitten te wachten op Haagse regelgeving die scholen min of meer verplicht gemeenschappen van mbo-colleges te vormen. Regelgeving die besturen in overleg met personeel en studenten de mogelijkheid biedt het onderwijs in een andere bestuursvorm aan te bieden (zoals eerder vanuit de sector zelf bepleit) vinden ze wél behulpzaam.
De scholen beseffen hoe belangrijk het kleinschalig aanbieden van onderwijs binnen grotere scholen voor de studenten is en onderschrijven daarom de menselijke maat in het onderwijs. Daar streven de scholen naar met de organisatie in onderwijsteams. Deze teams zijn de bouwstenen voor het mbo en de ‘thuisbasis’ voor studenten en docenten. De teams zijn ingericht rond clusters van met elkaar samenhangende opleidingen. Daar vindt het onderwijs plaats en daar voelen de studenten zich thuis. Daar is de broedplaats voor docenten om aan innovatief beroepsonderwijs te werken. Daarin krijgt het eigenaarschap van docenten voor goed beroepsonderwijs vorm.
Om te bezien wat er nog meer bereikt kan worden bij het kleinschalig organiseren van het onderwijs in een bestaande grotere bestuurlijke context, gaan de bestuurders graag (voor zover dat niet al is gebeurd) in de eigen scholen het gesprek aan met studenten(raden), ondernemingsraden, docenten en toezichthouders. Waarschijnlijk zal in veel gevallen blijken dat scholen ook naar het idee van hun studenten het al prima voor elkaar hebben. In enkele gevallen zal het gesprek tot nieuwe initiatieven kunnen leiden. Ook kunnen scholen van elkaar leren.