De tuchtrechter oordeelt dat er geen juiste en afdoende controle plaatsvond en dat er geen deugdelijke grondslag was om bij die jaarrekeningen de goedkeurende accountantsverklaring af te geven. Hiermee verklaart de Accountantskamer de klachten van het Openbaar Ministerie, de curatoren van het failliete Eurocommerce en enkele financierende banken grotendeels gegrond.
Goedkeuring zonder deugdelijke grondslag
De accountant had onvoldoende geschikte informatie verzameld om te kunnen beoordelen of de waardering van het onroerend goed van Eurocommerce klopte. Dit geldt ook voor de controle van de gepresenteerde verdeling van de langlopende en de kortlopende schulden van Eurocommerce en daarmee ook voor de continuïteitsveronderstelling.
De accountant heeft daardoor de controle van de jaarrekening 2008, 2009 en 2010 van Eurocommerce met onvoldoende diepgang en met een onvoldoende professioneel kritische instelling gepland en uitgevoerd. Hierdoor gaf hij een goedkeurende accountantsverklaring af zonder een deugdelijke grondslag.
Essentieel belang banken
De Accountantskamer rekent het betrokkene zwaar aan dat zijn verzuim zich voordeed bij de controle van jaarrekeningen waarvan hij wist dat de afgifte van zijn goedkeurende verklaring van essentieel belang was voor de banken, waarvan Eurocommerce voor haar financiering afhankelijk was. Door zijn kerntaak als controlerend accountant te veronachtzamen, heeft de accountant in aanmerkelijke mate de voor hem geldende beroeps- en gedragsregels geschonden en het vertrouwen in de beroepsgroep geschaad.
Zeer zorgwekkend is dat betrokkene de controle van de jaarrekening 2010 voor het overgrote deel zelf heeft uitgevoerd, terwijl sprake was van duidelijke bedreigingen voor zijn onafhankelijkheid, zonder daartegen adequaat functionerende waarborgen te treffen en zonder een en ander voldoende vast te leggen in het dossier.
6 maanden schorsing
Betrokkene heeft daardoor blijk gegeven in meer opzichten niet te beschikken over voldoende vakbekwaamheid. De Accountantskamer acht daardoor de maatregel van doorhaling in het register passend en geboden. Na een termijn van 6 (zes) maanden van niet-inschrijving kan betrokkene aan de beroepsorganisatie vragen of hij zich opnieuw in het register mag laten inschrijven. Of dat wordt toegestaan, beslist de beroepsorganisatie.