Reeks bedreigingen
Op 14 januari 2020 ontvingen de politie en het OM de melding dat prinses Amalia een reeks bedreigingen had ontvangen. Later deed een klasgenoot aangifte van bedreiging.
Instagramaccount
De berichten die zij hadden ontvangen, waren afkomstig van een Instagramaccount waarvan uit onderzoek bleek dat het was gekoppeld aan twee e-mailadressen op naam van de verdachte. Het IP-adres was te herleiden naar zijn toenmalige woonadres.
Bekentenis
Bij een doorzoeking van de woning werd zijn telefoon in beslag genomen. Onderzoek aan deze telefoon bevestigde zijn betrokkenheid. De verdachte zelf heeft ook verklaard dat de berichten van hem afkomstig zijn.
Dodelijk geweld, verkrachting en aanranding
Inhoud en strekking van de berichten – een combinatie van teksten, beelden en geluiden – zijn zonder meer bedreigend, stelde de officier van justitie in zijn requisitoir. De prinses en een klasgenoot zijn bedreigd met verschillende strafbare feiten, waaronder dodelijk geweld, verkrachting en aanranding. Ook kondigde de verdachte aan dat hij naar hun school zou komen.
Verminderd toerekeningsvatbaar
De officier acht bedreiging wettig en overtuigend bewezen en spreekt over een ernstig feit. Hij eist een celstraf van 10 maanden met aftrek van voorarrest en tbs met dwangverpleging. De officier beschouwt de man als verminderd toerekeningsvatbaar. Hij volgt op dat punt het advies van rapporteurs van het Pieter Baan Centrum (PBC), waar de verdachte is onderzocht.
Pieter Baan Centrum
Uit de PBC-rapportage blijkt dat de verdachte kampt met een psychische stoornis – schizofrenie, mogelijk in combinatie met autisme – en dat hij “langdurig en problematisch” verslaafd is aan cannabis en alcohol. De man is in het verleden meerdere keren gedwongen opgenomen geweest in instellingen voor geestelijke gezondheidzorg. Het PBC stelt verder dat het “ondanks een lange hulpverleningsgeschiedenis tot op heden niet gelukt is de man voor een langere periode psychiatrisch stabiel te krijgen.”
Behandeling snel starten
De verdachte kwam al eerder in aanraking met politie en justitie. Hij zit nog in de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf (een celstraf van 1 maand). De officier vraagt de rechtbank om deze straf niet ten uitvoer te leggen, zodat de man zo snel mogelijk kan beginnen met zijn behandeling. Verder wil de officier dat de in beslag genomen telefoon waarmee hij het misdrijf pleegde, niet wordt teruggegeven aan de man. De zaak diende voor de rechtbank in Zwolle. Die doet over twee weken uitspraak.