In 2023 had 2,7 procent van alle werknemers een arbeidsongeval met lichamelijk letsel of geestelijke schade, bij bijna de helft van hen leidde dit tot één of meer dagen verzuim. In 2020, het eerste jaar van de coronapandemie, nam het percentage werknemers met een arbeidsongeval af ten opzichte van de jaren daarvoor. Dit gold zowel voor ongevallen met als zonder verzuim. Na 2020 is het percentage dat te maken had met een arbeidsongeval vrijwel gelijk gebleven. Ook dat gold zowel voor ongevallen met als zonder verzuim.
Vooral bij politiepersoneel en brandweerlieden vaak ongeval met verzuim
Van alle beroepsgroepen hadden politiepersoneel en brandweerlieden het vaakst te maken met een ongeval tijdens het werk, dat resulteerde in een of meer dagen verzuim. Ook bij reisbegeleiders, in het bijzonder bij conducteurs, kwam dit naar verhouding vaak voor (5,5 procent). Hetzelfde geldt voor slagers, vrachtwagenchauffeurs, en werknemers met een technisch beroep, zoals productiemachinebedieners, timmerlieden, loodgieters en pijpfitters.
Psychische overbelasting bij 17 procent oorzaak arbeidsongeval
De vaakst genoemde oorzaak voor lichamelijk letsel of geestelijke schade door een arbeidsongeval, was psychische overbelasting (zoals stress of intimidatie); 17 procent van de slachtoffers noemde dit. Dat is het hoogst sinds het begin van de meting van deze oorzaken in 2017 (toen 14 procent). Daarnaast gaf bijna 14 procent van de werknemers met een arbeidsongeval aan dat zij zich gesneden of gestoten hebben, en 12 procent dat zij uitgegleden, gestruikeld, of op een andere manier gevallen zijn.