COVID-19 was in 3,5 procent van de ruim 41 duizend sterfgevallen in het tweede kwartaal de doodsoorzaak. In het voorgaande kwartaal was dat 8,3 procent van de ruim 43 duizend. Twee derde van de 1 420 overledenen aan COVID-19 was 80 jaar of ouder. 6 procent was jonger dan 65 jaar.
Aandeel sterfte aan COVID-19 hoger bij Wlz-zorggebruikers
In de eerste week van april was COVID-19 de doodsoorzaak van 12 procent van de sterfgevallen van gebruikers van langdurige zorg (Wlz), zoals bewoners van verpleeghuizen of gehandicaptenzorginstellingen. Daarna nam dit af tot enkele procenten, om in de laatste week van juni (week 26) weer op te lopen naar 6 procent.
Bij de rest van de bevolking was het aandeel sterfgevallen aan COVID-19 lager dan bij de Wlz-zorggebruikers. Dit was begin april nog 6 en nam af tot enkele procenten, om in de laatste week van juni weer te stijgen tot 4 procent.