In het onderzoek is gekeken naar het ontstaan van hebzucht in de adolescentie en of bepaalde omstandigheden leiden tot meer of minder hebzucht. Of mensen opgroeien in rijkdom of armoede blijkt een belangrijke voorspeller voor hebzucht. Eerdere internationale onderzoeksresultaten worden hier bevestigd onder een steekproef van Nederlandse en Amerikaanse deelnemers: mensen die opgroeien in relatieve luxe zijn hebzuchtiger dan mensen die opgroeien met relatieve schaarste.
Daarnaast is gekeken naar de maatschappelijke impact, specifiek naar de aanname dat hebzucht een veroorzaker is van financiële bubbels en crises. Hiervoor is geen bewijs gevonden. Het individueel handelsgedrag van hebzuchtige en niet-hebzuchtige mensen verschilt niet van elkaar. Tegen de verwachting in lijkt hebzucht niet ten grondslag te liggen aan instabiele financiële markten. Fictieve aandelenmarkten die geleid worden door groepen studenten die hoog scoren op hebzucht zijn stabieler dan die geleid worden door minder hebzuchtige studenten.
Tot slot is de invloed van hebzucht op sociale relaties onderzocht. Hieruit blijkt dat hebzucht een significante invloed heeft op het sociale leven van hebzuchtige mensen.