Bij tumoren in de lever krijgen patiënten soms radioactieve bolletjes ingespoten in de leverslagader. Die bolletjes lopen in de lever vast in de kleine bloedvaatjes die de tumoren van bloed voorzien, en bestralen daar de tumoren van binnenuit. Deze therapie heet radioembolisatie. De bolletjes worden in het bloedvat gespoten via een katheter, die een arts plaatst op basis van een scan die een week van tevoren gemaakt is. Pas achteraf blijkt uit een nieuwe scan waar de bolletjes terecht zijn gekomen.
‘Dan zien we soms dat we tumoren niet voldoende bereikt hebben. Dat is vervelend, want op dat moment is de procedure al afgelopen en kun je er niets meer aan doen’, vertelt Joey Roosen, promovendus in het Radboudumc. ‘We hebben nu in een studie in zes patiënten geprobeerd om dat op te lossen, door de bolletjes tijdens het inspuiten live te volgen met een MRI scanner. We zien dan tijdens de procedure op de MRI-beelden hoeveel bolletjes in de tumoren terecht komen. Hiermee kunnen we in vervolgstudies direct en persoonlijk afgestemd op de patiënt de katheter verplaatsen naar een ander bloedvat, of de dosis aanpassen.’
Binnen kwartier duidelijkheid
Het is de eerste keer wereldwijd dat radioembolisatie onder beeldgeleiding is uitgevoerd in patiënten. De studie laat zien dat de procedure in de MRI-scanner haalbaar en veilig is. Daarnaast blijkt dat MRI-metingen tijdens de procedure mogelijk zijn. Onderzoeker en groepsleider Frank Nijsen van het Radboudumc legt uit: ‘We injecteren de bestralingsbolletjes in vier fracties. Per fractie maken we een beeld met de MRI-scanner. De opname kost drie minuten en de uitwerking van de meting duurt tien minuten. Dus binnen een kwartier per fractie heb je duidelijkheid waar de bolletjes zitten.’
De onderzoekers zagen tijdens de MRI-metingen dat 80% van alle gemeten tumoren nog niet vol zat met bolletjes. ‘In die tumoren zou je daarom meer bolletjes dan gewoonlijk willen toedienen, zodat de behandeling verbetert’, zegt Roosen. ‘Het is een balans tussen enerzijds tumoren vullen met bolletjes voor een optimaal behandelresultaat, en anderzijds de gezonde lever voldoende ontzien en zo bijwerkingen voorkomen. Dat is maatwerk, waarbij de MRI goed kan helpen.’
Geschikt voor ieder ziekenhuis
Het daadwerkelijke verplaatsen van de katheter en aanpassen van de dosis bolletjes dankzij de MRI-scanner gebeurt in een vervolgstudie, die inmiddels ook is gestart. Nijsen: ‘We hebben nu alleen gekeken naar veiligheid en haalbaarheid, dat was de eerste stap. In de vervolgstudie optimaliseren we de procedure voor radioembolisatie met behulp van de MRI-scanner en verhogen we de dosis. Daarna willen we meten wat de overlevingswinst is voor patiënten met tumoren in de lever.’
De procedure gebeurt nu nog in het MITeC van het Radboudumc, waar de MRI-scanner in een moderne operatiekamer staat. Dat is omdat de onderzoekers naast de MRI ook een röntgenbron gebruiken voor het plaatsen van de katheter: een week van tevoren voor een verkenningsscan en daarna nogmaals voor de behandeling. ‘Omslachtig’, zegt Nijsen. ‘We willen daarom de gehele procedure met MRI gaan doen. Dan hoeft het niet meer op een operatiekamer en is misschien zelfs de scan een week van tevoren niet nodig. Voor die ontwikkeling hebben we net een Europese subsidie gekregen. Zo maken we uiteindelijk de procedure geschikt voor ieder ziekenhuis op de wereld met een MRI-scanner en komt deze nieuwe techniek voor alle patiënten beschikbaar.’