Dit blijkt uit onderzoek door Tilburg University, Wageningen en KU Leuven, naar aanleiding van een in juli 2016 geïntroduceerde wet in Chili. Deze verplicht fabrikanten om een waarschuwingslabel te plaatsen op de verpakking van ongezonde producten, waarop expliciet vermeld wordt dat het product veel suiker, zout, vet en/of calorieën bevat. Het onderzoek richtte zich op fabrikanten van ontbijtgranen. Ook zijn 2.000 Chileense huishoudens gevolgd in hun koopgedrag, vanaf twee jaar voor tot anderhalf jaar na invoering van de wet.
De resultaten laten zien dat mensen gemiddeld minder ongezonde producten kochten. Ook bleek dat de laagste inkomensgroepen - die doorgaans het vaakst de ongezonde optie kiezen - veel vaker voor de gezondere optie gingen. Dit gebeurde vaak bij producten met veel calorieën en in mindere mate bij producten met veel suikers, waarvan mensen vaak al weten dat deze ongezond zijn. Inmiddels is de wetgeving ook in Mexico, Peru, Uruguay en Israël geïntroduceerd. Argentinië, Brazilië en Colombia volgen op korte termijn.
Onderzoeker Arjen van Lin (Tilburg University): “Ook in Nederland en de Europese Unie worden maatregelen getroffen om gezondere keuzes te stimuleren. Denk aan de Nutriscore. Onderzoek toont aan dat het effect van waarschuwingslabels echter groter is. De keerzijde is dat het effect aan de vraagkant deels afhankelijk is van de keuzes die fabrikanten maken. In de landen waar de waarschuwingslabels tot nu toe zijn geïntroduceerd is de inkomensongelijkheid heel groot en heeft een prijsstijging een enorme impact op het koopgedrag van de laagste inkomens. Wanneer de fabrikant besluit juist de gezondere producten duurder te maken, kan dit het effect teniet doen.”