Kwaliteitsstandaarden helpen verpleegkundigen en verzorgenden om hun handelen te baseren op actuele kennis en inzichten en dragen op die manier bij aan de kwaliteit van zorg. Onder kwaliteitsstandaarden vallen zowel richtlijnen als zorgstandaarden. De inventarisatiestudie van het Nivel geeft inzicht in de onderwerpen waarvoor in de komende jaren kwaliteitsstandaarden voor ontwikkeld kunnen worden.
Toename van kwaliteitsstandaarden, maar toch nog lacunes
Tussen 2015 en 2020 zijn er 158 landelijke kwaliteitsstandaarden verschenen die geheel of gedeeltelijk zijn gericht op verpleegkundigen en/of verzorgenden. Dit aantal is de laatste jaren toegenomen, in 2016 waren er nog maar 98 actuele kwaliteitsstandaarden. Deze kwaliteitsstandaarden hebben betrekking op een breed scala aan onderwerpen, die veelal gaan over het fysieke domein (bijvoorbeeld mobiliteit en voldoende eten) of over de organisatie van zorg. Echter relationele aspecten komen nauwelijks aan bod in de kwaliteitsstandaarden, terwijl de relatie tussen verpleegkundigen en cliënten tot de kern van de zorg behoort.
Beperkte aandacht voor wijkverpleging
De kwaliteitsstandaarden zijn veelal zorgsectoroverstijgend. Conform de afspraken vanuit het Hoofdlijnenakkoord Wijkverpleging 2019-2022 worden in de komende jaren kwaliteitsstandaarden ontwikkeld met een focus op de wijkverpleging. We keken of er binnen de eerder ontwikkelde kwaliteitsstandaarden al expliciet aandacht voor de wijkverpleging was. Dit bleek slechts bij 39 van de 158 actuele kwaliteitsstandaarden het geval. Deze aandacht bestaat vaak uit niet meer dan het sporadisch noemen van de wijkverpleegkundige. Er wordt verder niet ingegaan op het handelen van professionals in de wijkverpleging.