Verdubbeling aantal meldingen
'Het zijn 1.259 meer meldingen dan het aantal meldingen in de week daarvoor toen 1.329 nieuwe personen met een COVID-19 besmetting zijn gemeld', zo meldt het RIVM dinsdagmiddag. Er zijn grote regionale verschillen in het aantal meldingen. Met name in Zuid-Holland, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant is een toename te zien in het aantal meldingen.
Meer besmettingen, minder mensen getest
'Tussen 27 juli en 2 augustus lag het aantal personen dat zich heeft laten testen bij de testlocaties van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst ’en net boven de 100.000, een afname van ongeveer 10.000 geteste personen vergeleken met de week daarvoor', aldus het RIVM. Van iets minder dan 100.000 mensen is de testuitslag inmiddels bekend. Het percentage positieve testen in de GGD teststraten is meer dan verdubbeld van 1,1% in de week van 20 juli naar 2,3% in de week van 27 juli.
Meest bekende clusters
In vrijwel alle regio’s is het percentage positieve testen hoger dan vorige week, deze was het hoogst (3%-7%) in de GGD regio’s Rotterdam-Rijnmond, Amsterdam, West-Brabant, en Haaglanden. Dit zijn ook de regio’s waar de meeste bekende clusters zijn, en waar een relatief groot aantal personen getest is omdat zij een nauw contact waren van een persoon met bewezen COVID-19. Een kwart van de positief geteste personen ziet het RIVM in de leeftijdsgroep van 20 tot 29 jaar. De helft van de in het ziekenhuis opgenomen positief geteste personen is echter 60 jaar of ouder.
Aantal opnames ook verdubbeld
Er zijn in de afgelopen week 44 patiënten gemeld die vanwege COVID-19 in het ziekenhuis zijn opgenomen (geweest). Dat zijn er 21 meer dan vorige week.
Reproductiegetal R
Het reproductiegetal R laat zien hoeveel andere mensen één persoon met het nieuwe coronavirus gemiddeld besmet. Het reproductiegetal is 1,20. Dit betekent dat 100 mensen die besmet zijn met het nieuwe coronavirus samen leiden tot 120 andere mensen die besmet worden.
Hoewel het getal lager is dan de 1,40 dat vorige week is gerapporteerd is de bandbreedte nauwelijks veranderd. Het betrouwbaarheidsinterval ligt nog steeds in het geheel boven de 1.
Aantal besmettingsclusters gestegen naar 242
Er zijn op dit moment 242 actieve COVID-19 clusters bekend in Nederland. Dit is een stijging van 109 clusters van drie of meer aan elkaar gerelateerde besmettingen in vergelijking met de week daarvoor. De gemiddelde grootte van deze clusters was de afgelopen week 5,7 personen (range 3-37). De GGD probeert bij bron- en contactonderzoek te achterhalen waar de besmette persoon het nieuwe coronavirus heeft opgelopen.
Bron van de clusterbesmettingen
De bron voor de meeste besmettingen is nog steeds te vinden in de thuissituatie, bij 52,8 % van alle clusters. De meeste andere besmettingen zijn het gevolg zijn van contact met overige familie, vrienden, feestjes, op het werk of door andere vrijetijdsbesteding zoals horeca of sportclubs. Bij 70% van de besmettingsclusters is de bron nog niet geregistreerd, dit getal is hoger dan vorige week door vertraging in de registratie door het grote aantal meldingen in een aantal regio’s.
Bron- en contactonderzoek
Tot en met week 30 (13 juli t/m 26 juli) zijn de resultaten van het bron- en contactonderzoek bekend. Onder de nauwe contacten die in die volgperiode van 14 dagen geïdentificeerd werden, zijn 344 COVID-19 besmettingen vastgesteld (8,4% van alle nauwe contacten). Het deel van de contacten dat besmet was verschilde tussen huisgenoten en overige nauwe contacten. In de week van 13 juli t/m 26 juli bleek bij 13,0 % van de huisgenoten dat zij besmet waren met het coronavirus. Van de overige nauwe contacten was 5,6% besmet met het coronavirus.