ADHD, ASD en OCD zijn ontwikkelingsstoornissen die regelmatig in combinatie met elkaar voorkomen. Moeite om de aandacht bij een onderwerp te houden, impulsiviteit en hyperactiviteit zijn kenmerkende symptomen van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). Bij ASD (Autisme Spectrum Disorder) staan moeite met sociale communicatie en stereotype bewegingen meer op de voorgrond, terwijl zich steeds herhalende gedachten en dwangmatige handelingen bepalend zijn voor een dwangstoornis (OCD, obsessieve-compulsieve stoornis).
Verschillen en overeenkomsten
Jan Buitelaar, hoogleraar psychiatrie in het Radboudumc: “Hoewel elk van deze stoornissen wel degelijk zijn eigen kenmerkende symptomen heeft, zien we ze vaak in combinatie met elkaar bij mensen terug. Bovendien zit er ook enige overlap in de ontstaansmechanismen en de uiterlijke verschijnselen van deze aandoeningen. Neem bijvoorbeeld het oncontroleerbare impulsieve gedrag bij ADHD en de dwangmatige handelingen bij OCD en ASD. De overlap en raakvlakken waren aanleiding om onderzoek te gaan doen naar de bouw en structuur van de hersenen van patiënten met een van deze drie aandoeningen.”
Duizenden hersenscans
Hersenscans van 12198 deelnemers, van wie de helft patiënten en de andere helft controles, vormden de bron van de analyses. De gegevens zijn afkomstig van 151 onderzoeksgroepen wereldwijd, die samenwerken in het ENIGMA-consortium “Het is het grootste neuroimaging onderzoek naar structurele hersenverschillen in deze drie aandoeningen ooit”, zegt Odile van den Heuvel, hoogleraar neuropsychiatrie in het Amsterdam UMC. “Daarbij hebben we ook een onderscheid gemaakt in kinderen, adolescenten en volwassenen, omdat de aandoeningen zich ook anders kunnen manifesteren en ontwikkelen in de loop der tijd. Op die manier hebben we - op basis van de hersenscans - patronen proberen te vinden die ons meer inzicht geven in de ontwikkeling van de drie aandoeningen, hun verschillen en mogelijke overeenkomsten.”
Vorm en inhoud
In het onderzoek werd onder meer gekeken naar de dikte van de hersenschors (cortex). Dat is de buitenste laag van onze hersenen, de grijze stof, waarin de neuronen liggen, die via de witte stofbanen met elkaar communiceren. Verder werd de herseninhoud ónder de cortex (de subcorticale inhoud, ofwel de hersenkernen) geanalyseerd. Ook verschillen in het ‘walnootachtige’ oppervlak van de hersenschors werden meegenomen. De maten van hersenstructuur zijn van invloed op de functie.
Minder vertekening
Een belangrijke conclusie van dit onderzoek is”, zegt Jan Buitelaar, “dat het grootschalige onderzoek kleinere verschillen laat zien dan de onderzoeken met veel minder patiënten. Kennelijk treedt bij kleine studies bijna onvermijdelijk vertekening op. Dat wijst nog eens op de grote waarde van consortia zoals ENIGMA, die nodig zijn om deze grote studies mogelijk te maken.”
Interessant onderzoek
De gevonden verschillen zijn overigens interessant genoeg. De hippocampus is bij kinderen met ADHD kleiner dan bij kinderen met OCD, en de frontale hersenschors is dikker bij volwassenen met ASD vergeleken met ADHD en OCD en ook gezonde controles. Dat verschillen tussen de groepen deels leeftijdsafhankelijk zijn, wijst op het belang om het ontwikkelingsbeloop nader te bestuderen. Van den Heuvel: “Op deze manier krijgen we steeds beter zicht op de verschillen én overeenkomsten in deze aandoeningen en kunnen we structurele en functionele eigenschappen aan elkaar proberen te koppelen. Dat maakt dit fascinerend onderzoek.”