Mensen met een gevoeligheid voor depressie hebben vaak last van aanhoudende negatieve gedachten, ook wanneer de depressieve periode voorbij is. Het kan als piekeren ervaren worden. Zij denken herhaaldelijk en bijna automatisch negatief over zichzelf, over hun toekomst, over de wereld. Wanneer mensen in therapie zijn, wordt vaak aan deze gedachten gewerkt. Dit kan op verschillende manieren. Zij kunnen bijvoorbeeld oefenen met mindfulness, of juist met het bewerken van de inhoud van de gedachten. Deze technieken werken waarschijnlijk anders en werken niet voor iedereen even goed. Het UMCG MINDCOG onderzoek is er op gericht om te onderzoeken hoe gedachten positief beïnvloed kunnen worden.
Twee therapievormen
Er worden twee technieken onderzocht: mindfulness en fantaseren. Mindfulness richt zich op het accepteren en loslaten van (negatieve) gedachten, terwijl fantaseren zich meer richt op het stimuleren van positief denken. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat therapieën waar deze technieken onderdeel van zijn, terugval van depressie kunnen verminderen. Hoe deze technieken precies werken en welke techniek voor wie het meest geschikt is, is nog niet uitgebreid onderzocht. De MINDCOG-onderzoekers verwachten veel te leren over de gevoeligheid voor depressie en hoe dat het beste te beïnvloeden.
Nieuwe combinatie van metingen
Om de werkingsmechanismen van deze technieken op negatieve gedachten in kaart te brengen, werken de onderzoekers met een nieuwe combinatie van metingen. Zij gebruiken de dagelijkse rapportage van de deelnemers van hun gedachten, gevoelens, het vermogen de aandacht te richten, lichamelijke activiteit, hartslag en hersenactiviteit. Dit maakt het mogelijk om gedetailleerde mechanistische inzichten te krijgen in het effect van de technieken op gedachten van mensen met een verschillende gevoeligheid voor depressie.
Individuele kenmerken deelnemers
Onderzoeksdeelnemers oefenen met beide technieken, dus met zowel mindfulness als positief fantaseren. Dit maakt het mogelijk om te onderzoeken welke techniek het beste werkt voor wie. Daarom worden ook individuele kenmerken van de deelnemers in kaart gebracht. Hiervan hopen de onderzoekers te leren welke persoonskenmerken kunnen voorspellen welke techniek het beste werkt voor wie.
Deelnemers
Mensen tussen de 18 en 60 jaar die twee of meer depressieve episodes hebben ervaren in de afgelopen tien jaar en momenteel niet dagelijks antidepressieve medicatie gebruiken kunnen deelnemen aan het onderzoek. Daarnaast wordt er ook gezocht naar deelnemers die nooit eerder depressief zijn geweest. In tijden van (gedeeltelijke) beperkingen door het corona-virus, kunnen alle onderzoeksafspraken online of op veilige afstand uitgevoerd worden.