Het bijhouden van de vitale functies bij patiënten met COVID-19 is een hele klus: drie keer per dag moet een verpleegkundige zich omkleden in beschermende kleding en de metingen doen. Deze metingen zijn essentieel, want er rolt een score uit, de Modified Early Warning Score (MEWS), die een indicatie geeft van de status van een patiënt. Bij een hoge score moet bijvoorbeeld de Intensive Care gewaarschuwd worden.
Voordelen voor COVID-patiënten
Bij het Radboudumc worden deze patiënten daarom continu bemeten met een sensor op de pols, die op afstand uitgelezen wordt. Daardoor wordt niet drie keer per dag, maar elk uur de MEWS bepaald en automatisch in het elektronisch patiëntendossier toegevoegd. De verpleegkundigen, maar ook de IC-artsen kunnen in dat dossier meekijken, en dat heeft enkele grote voordelen. Ten eerste wordt een eventuele achteruitgang in de toestand van de patiënt sneller zichtbaar. Zeker in het geval van COVID-patiënten, die soms plotseling snel achteruit kunnen gaan, heeft dat een meerwaarde. Ten tweede scheelt het een hoop contactmomenten voor de verpleging, die zich daarvoor telkens zouden moeten omkleden en risico lopen het virus verder te verspreiden. Daardoor kost het ook nog eens minder materiaal, en de patiënten vinden het prettig dat zij van afstand in de gaten gehouden worden.
Uitbreiding van de capaciteit
Bovenop de zestig bedden met COVID-patiënten waarvoor deze monitoring al beschikbaar is, komen er nu veertig bedden bij met continue monitoring. De bedden zijn voor patiënten met een nog niet bevestigde besmetting met COVID-19. Omdat de verpleging daar standaard met minder bescherming loopt, scheelt deze monitoring hen het omkleden om volledig beschermd de metingen af te nemen bij deze patiënten.
Minder onverwachte IC-opnamen
Onder leiding van Harry van Goor, hoogleraar chirurgieonderwijs, en Bas Bredie, internist en Principal Clinician, werkt het Radboudumc al enige tijd met de apparaatjes, die voortdurend de vijf vitale functies bijhouden: hartfrequentie, ademhaling, bloeddruk, temperatuur en zuurstofverzadiging van het bloed. De meters zelf komen uit de Verenigde Staten, maar wat de aanpak in Nijmegen uniek maakt is de directe schakeling met het patiëntendossier. Dit scheelt niet alleen het doen van de metingen, maar ook een hoop handwerk omdat de waardes niet meer handmatig ingevoerd hoeven te worden – nog los van het risico op tikfouten daarbij.
In een groot onderzoek bij 2500 patiënten toonden Harry van Goor en Bas Bredie al aan dat deze monitoring voor een derde minder onverwachte IC-opnamen zorgde (resultaten ‘in press’). Vanwege deze ervaring was de toepassing ervan voor COVID-patiënten snel voor elkaar.