Voor een kinderopvanglocatie kan dit betekenen dat er minder kinderen en minder medewerkers aanwezig zullen zijn. Daarover is overleg geweest met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Gedurende de tijd dat de maatregel van het RIVM voor Noord-Brabant van kracht is, zal de toezichthouder in dat gebied rekening houden met de situatie. Bij een eventuele overschrijding van de BKR, groepsgrootte, bij gebrek aan vaste gezichten en bij samenvoeging van groepen door overmacht, zal de toezichthouder een oordeel vellen of sprake is van een overtreding en daarbij meewegen dat de veiligheid en het belang van kinderen niet evident mag worden geschaad.
Deze maatregel is getroffen om te voorkomen dat er door sluiting van kinderopvanglocaties - i.v.m personeelstekort als gevolg van de tijdelijke maatregel van het RIVM - (extra) personele krapte in andere sectoren ontstaat.