Onderzoek
Het RIVM onderzocht de ontlasting van deelnemers van open water zwemwedstrijden en city swims. De onderzoekers meten of er resistente bacteriën (de ESBL Extended spectrum beta-lactamases -producerende E. coli Escherichia coli ) in voorkwamen. Dit deden zij voor én na het evenement. Onder de onderzochte zwemmers kwamen de resistente bacteriën vaker voor dan onder de algemene bevolking. Wel bleef het aantal zwemmers dat de bacteriën bij zich droeg voor en na het evenement gelijk. Er was waarschijnlijk geen verschil ‘voor en na’ het specifieke zwemevenement omdat deze mensen vaker in open water zwemmen. Zo kunnen zij vaker in contact komen met de bacteriën.
Kwaliteit oppervlaktewater onderzoeken
Het RIVM adviseert organisatoren van zwemwedstrijden om de kwaliteit van oppervlaktewater te onderzoeken. Daarnaast raadt het RIVM mensen aan om te zwemmen op officiële of andere goed onderzochte zwemlocaties. De kwaliteit van water van officiële locaties moet voldoen aan de Europese regels. Officiële zwemlocaties zijn te herkennen aan een lichtblauw informatiebord bij de zwemlocatie.
Antibioticaresistentie
Mensen komen niet alleen via oppervlaktewater in aanraking met resistente bacteriën. Dit kan ook via andere mensen, via de omgeving, via contact met dieren of via het eten van (dierlijke) producten.
Het is belangrijk om goed te weten hoe resistente bacteriën zich verspreiden. Met die kennis kunnen effectieve maatregelen worden ontwikkeld en ingezet. Wereldwijd worden bacteriën steeds vaker ongevoelig voor antibiotica. In Nederland zijn de cijfers voor de belangrijkste resistente bacteriën laag in vergelijking met andere Europese landen.