Binnen het bedrijf is iedereen die werkzaam is in de vaccinproductie standaard gevaccineerd tegen polio. Door de poliovaccinatie kan de medewerker die besmet is geraakt zelf niet ziek worden. Wel draagt deze medewerker het virus bij zich en kan hij het verspreiden via de ontlasting. De medewerker draagt het virus niet in zijn keel. Er zijn hygiënische maatregelen genomen zodat het virus zich niet verder kan verspreiden, zoals verblijf in isolatie. Pas als het virus uit de ontlasting is, worden de maatregelen opgeheven. Dit kan enkele weken duren. Daarnaast heeft de GGD alle gezinscontacten van de medewerker in kaart gebracht en controleert of zij het virus niet bij zich dragen. Door alle getroffen maatregelen is het risico dat het virus zich verder verspreidt vrijwel nihil.
In Nederland krijgen kinderen vanaf de leeftijd van twee maanden een inenting tegen polio. Daarmee is het grootste deel van de bevolking beschermd tegen deze ziekte. Het is desondanks belangrijk om gerichte maatregelen te nemen rondom deze persoon die besmet is geraakt, omdat er in Nederland ook mensen zijn die niet gevaccineerd zijn tegen polio.