Het gaat hier om behandelingen waarvan niet wetenschappelijk bewezen is dat deze effect hebben op het ziektebeeld. Een derde van de behandelingen heeft te maken met diagnostiek. Zo is een kijkonderzoek bij knieklachten vaak niet nodig. Veertig procent van de andere ‘niet-doen-verrichtingen’ hebben betrekking op medicatie. Zo krijgen COPD patiënten vaak zware medicijnen die niet werken.
De behandelingen die zinloos zijn worden vaak gedaan omdat artsen dit is aangeleerd, omdat collega’s deze behandeling ook doen of omdat patiënten er op aandringen. Voordeel van het achterwegenlaten van de verrichtingen is een daling van de kosten in de zorg.
De lijst met overbodige handelingen is op verzoek van de minister van Volksgezondheid gemaakt.