Endoscopie
De huidige standaard voor het monitoren van patiënten met de chronische darmaandoening is het regelmatig uitvoeren van een endoscopie. Deze techniek is echter duur, invasief en niet geheel vrij van mogelijke complicaties. Het meten van het microbiële leven in ontlasting zou mogelijk een efficiënt en patiëntvriendelijk alternatief kunnen bieden.
De ziekte van Crohn is een chronische ontstekingsziekte van de darm. De aandoening kan grillig verlopen met afwisseling van relatief rustige periodes zogeheten remissie en actieve periodes met plotse verergering van klachten zoals buikpijn, vermoeidheid en bloedverlies.
Patiënten moeten daarom regelmatig op controle bij de specialist om tijdig in te kunnen ingrijpen. Met behulp van een endoscopie kan worden gekeken naar een eventuele ontsteking van het slijmvlies in het darmkanaal, een indicator dat de ziekte verergert.
Mocht het nodig zijn, kan behandeling met medicatie zorgen voor het onder controle houden van de symptomen. Een endoscopie brengt echter nadelen met zich mee, zoals hoge kosten en risico op complicaties. Onderzoekers zoeken daarom naar nieuwe manieren om patiënten beter te kunnen monitoren.
Voorspelling
De Maastrichtse onderzoekers bestudeerden de bacteriesamenstelling in de ontlasting van 71 patiënten met de ziekte van Crohn. Dat leverde uiteindelijk bijna 200 monsters op, waarvan 97 in de actieve periode en 97 in de rustige periode van de aandoening. De bacteriesamenstelling van de monsters werd bepaald aan de hand van analyse van aanwezig genetisch materiaal.
Een specifiek bacterieprofiel bleek een onderscheid te kunnen maken tussen patiënten in de actieve fase en patiënten in de remissie-fase. Dat betekent dat bepaalde bacteriën meer aanwezig zijn in de ene periode, maar minder in de andere (en andersom). In bijna 80 procent van de gevallen voorspelde een bepaalde bacteriesamenstelling correct of een patiënt zich in de actieve fase van de ziekte bevond.
Kwaliteit van leven
Chronische darmaandoeningen, waaronder de ziekte van Crohn hebben een aanzienlijke invloed op de kwaliteit van leven, met name tijdens periodes dat symptomen verergeren. Diverse bacteriesoorten met namen als Ruminococcus, Roseburia en Blautia blijken in die actieve periode aanwezig te zijn.
'Met het bepalen van de aanwezigheid van deze, en andere, bacteriën stellen we een profiel samen en kunnen we de ziekte als het ware monitoren', zegt hoofdonderzoeker dr. Daisy Jonkers van het Maastricht UMC+.
'Hoewel nog verder onderzoek vereist is, kan deze methode in de toekomst mogelijk wel een efficiënt en patiëntvriendelijk alternatief bieden voor het regelmatig uitvoeren van een endoscopie', aldus Jonkers.
Daarnaast willen de Maastrichtse wetenschappers zich ook richten op onderzoek naar veranderingen in bacteriesamenstelling in de loop van de tijd. Zo zou je een verergering van de ziekte mogelijk nog eerder zien aankomen.