'Er bestaan in Nederland een aantal meldplichten. Bijvoorbeeld voor infectieziekten, euthanasie, overlijden of gedwongen opnemingen. Er bestaat geen meldplicht in geval van terreurplannen', aldus KNMG.
'Verlengstuk justitie'
De arts wordt bij het verplicht stellen van het doen van een melding zo een soort verlengstuk van justitie. Bovendien bestaan in Nederland afdoende mogelijkheden voor artsen om indien nodig in actie te komen. De literatuur en rechtspraak voorzien namelijk in de mogelijkheid voor artsen om het beroepsgeheim te doorbreken in een situatie waarin sprake is van een zogeheten ‘conflict van plichten’.
Dat is aan de orde indien de arts in gewetensnood raakt als hij zijn geheimhoudingsplicht blijft toepassen in de wetenschap dat er daardoor een schijnbaar onafwendbaar gevaar voor de betrokkene of anderen ontstaat. Zo’n situatie kan zich ook voordoen bij het inschatten van een risico op een terroristische aanslag of andere vorm van geweld.
Het doorbreken van het beroepsgeheim op grond van een conflict van plichten is volgens het Nederlandse recht een laatste redmiddel (ultimum remedium). Een arts mag bij een conflict van plichten zijn beroepsgeheim pas doorbreken als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het niet doorbreken van de zwijgplicht levert voor de patiënt of voor een ander ernstige schade op;
- Om onafwendbare schade te voorkomen is er geen andere uitweg dan doorbreking van het geheim;
- Het moet vrijwel zeker zijn dat door de geheimdoorbreking die schade kan worden voorkomen;
- De arts verkeert in gewetensnood door het handhaven van de zwijgplicht;
- De arts heeft alles is in het werk gesteld om eerst toestemming van de patiënt te verkrijgen voor doorbreking van het beroepsgeheim.
Opstelling van de tuchtrechter
De Nederlandse (tucht)rechter toetst zeer strikt of aan al deze voorwaarden is voldaan. Een arts moet dus wel zeer overtuigd zijn van zijn vermoedens alvorens bijvoorbeeld een aangifte of een melding te doen bij de politie, sociaal wijkteam, veiligheidshuis of in andere overlegsituaties.
Ook vanwege de zwaarte van een beschuldiging van terrorisme dienen artsen zeer zorgvuldig te handelen. Bij voorkeur zal een arts met een patiënt in gesprek gaan, maar dit is natuurlijk niet altijd mogelijk. Bij een conflict van plichten gaat het altijd om toekomstige reële gevaren.
Verleden
Een arts mag het beroepsgeheim niet doorbreken om voorvallen te melden bij de politie die zich in het verleden hebben voorgedaan, zoals een moord of mishandeling. Hoe moreel verwerpelijk een arts dit persoonlijk ook vindt en zou willen meehelpen om de dader te straffen.
Wel is het voorstelbaar dat een persoon die in het verleden een ernstig strafbaar feit heeft gepleegd, ook in de nabije toekomst een gevaar voor anderen kan betekenen. In een dergelijke situatie kan mogelijk wel een beroep worden gedaan op een conflict van plichten om hier melding van te maken.
'Wet biedt voldoende mogelijkheden'
Het is goed dat artsen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en bereid zijn bij onafwendbaar gevaar eventueel hun beroepsgeheim te doorbreken. De KNMG vindt dat de Nederlandse wetgeving hiervoor ook voldoende mogelijkheden biedt, zonder de privacy van de patiënt en toegankelijkheid van zorg te schaden. Een wetsvoorstel zoals nu in Duitsland voorgesteld, vindt de KNMG, net als de Duitse artsenorganisatie, geen goed idee.
In Nederland is bij wet geregeld dat doorbreking van het beroepsgeheim in uitzonderlijke gevallen mag, maar wel nadat aan strenge voorwaarden is voldaan. Doorbreken van het beroepsgeheim om een reeds gepleegd strafbaar feit op te lossen mag nooit.
Doorbreken zonder toestemming van de patiënt mag bij toekomstige gevaren alleen onder voorwaarden. Dat geldt ook bij angst voor een mogelijke aanslag door een patiënt. Het Nederlandse recht verschilt hiermee van het wetsvoorstel dat in Duitsland wordt besproken, waar is geopperd dat artsen patiënten met eventuele terroristische plannen verplicht zouden moeten aangeven.