Het onderzoek moet leiden tot een beter gebruik van bestaande medicijnen en de toepassing van twee nieuwe medicijnen. Het onderzoek wordt geleid door onderzoekers van het Radboudumc en duurt tot 2021. PanACEA draagt in belangrijke mate bij aan de ambitie van de Wereldgezondheidsorganisatie om in 2035 de sterfte aan tuberculose met 95 procent te verminderen.
Rifampicine
Een van de meeste gebruikte antibiotica tegen tuberculose is het middel rifampicine. Bij de invoering van het medicijn in de jaren 70 van de vorige eeuw is in de richtlijn een langdurige behandeling van zes maanden met een lage dosis voorgesteld. Veel patiënten maken die antibioticakuur van zes maanden niet geheel af, wat de kans op het ontstaan van resistente bacteriën vergroot.
Resistente bacteriën zijn ongevoelig voor medicijnen en daardoor lastig te behandelen. Recent onderzoek laat zien dat kortere kuren met veel hogere doses effectiever zijn en goed worden verdragen door patiënten. In het PanACEA project willen de onderzoekers de best effectieve dosis vaststellen.
Nieuwe medicijnen
PanACEA kan door een samenwerking met Qurient Therapeutics en het Deutsches Zentrum für Infektionsforschung (DZIF) de twee nieuwe kandidaatmedicijnen Q203 and BTZ043 onderzoeken in de praktijk.
Deze nieuwe medicijnen bieden de mogelijkheid om in combinatie met bestaande medicijnen de behandelduur tegen tuberculose verder te verkorten en de behandeling van resistente vormen te verbeteren. Een onderdeel van het project is ook om sporen in het bloed te zoeken die aan kunnen wijzen of een patiënt goed reageert op een medicijn.
Einde aan tuberculose
Jaarlijks krijgen negen miljoen mensen tuberculose en overlijden er meer dan één miljoen mensen aan de ziekte. De combinatie met HIV-infectie en multiresistente vormen van tuberculose maakt de bestrijding van de ziekte erg moeilijk.
De Wereldgezondheidsorganisatie heeft in 2015 een strategie opgesteld om in 2035 wereldwijd het aantal sterfgevallen aan tuberculose met 95 procent te verminderen. Ondanks dat de sterfte aan de ziekte in 2015 al bijna was gehalveerd ten opzichte van 1990, zijn betere behandelstrategieën en nieuwe medicijnen nodig om verdere vermindering in sterfte te kunnen behalen.
Europees-Afrikaanse samenwerking
PanACEA is in 2008 opgericht als een Europees-Afrikaans consortium en bestaat uit elf Afrikaanse onderzoeksinstituten uit zes landen in samenwerking met universiteiten uit Nijmegen, München, Londen, St Andrews en Basel. Het onderzoek wordt geleid door Martin Boeree (afdeling Longziekten), in samenwerking met Rob Aarnoutse (afdeling Apotheek) van het Radboudumc.
Martin Boeree: 'We moeten de juiste dosis van rifampicine vinden om zo bij te dragen aan een effectieve bestrijding van tuberculose. Nu is de behandeling nog zes maanden. In de toekomst zou dit terug kunnen naar één maand of zelfs nog korter. Een kortere behandeling is makkelijker te organiseren, geeft meer therapietrouw en minder resistentie.'