Van deze patiënten heeft een kwart (26%) daar enigszins een probleem mee en 15% ervaart het als een groot probleem. Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL onder patiënten die hart- en vaatmedicatie gebruiken.
Verschillen
Van de patiënten die het afgelopen jaar wisselden van hart- en vaatmedicatie op initiatief van de apotheek rapporteert ruime een kwart (28%) problemen met praktisch gebruik van hart- en vaatmedicatie te hebben gehad, zoals een onhandige verpakking of onduidelijkheid over hoe het middel te nemen. Voor de groep die niet gewisseld is van medicatie meldt 15% dit soort problemen. Ook rapporteren patiënten die wisselen van hart- en vaatmedicatie vaker bijwerkingen dan niet-wisselaars (33% versus 22%). Wisselaars hebben daarnaast een lagere therapietrouw en zij geven iets vaker aan dat hun medicatie niet op voorraad is. Geen verschillen zijn er te zien tussen de wisselaars en niet-wisselaars als het gaat om de ervaren gezondheid en het ziekteverzuim.
Informatievoorziening rond wisselen kan beter
Van de mensen die gewisseld zijn van hart- en vaatmedicatie, heeft 71% geen informatie gekregen van een zorgverlener of de zorgverzekeraar hierover. Als men informatie kreeg, kwam deze meestal van de apotheker. NIVEL-onderzoeker Liset van Dijk: “Patiënten moeten beter geïnformeerd worden over de wisselingen van medicatie. En wanneer ze een eerste herhaalrecept krijgen, is het goed te vragen hoe de ervaringen met het nieuwe middel zijn”.
Onderzoek
De dataverzameling is uitgevoerd door het NIVEL in samenwerking met UPPER (Netwerk voor onderzoek en stages in de farmaceutische praktijk) van de Universiteit Utrecht. In 2014 hebben 27 apotheken met in totaal 35 locaties door heel Nederland in totaal 553 patiënten met hart- en vaatmedicatie geworven voor het onderzoek. Deze patiënten vulden een online vragenlijst in.