Dat schrijft staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) woensdag aan de Kamer. Van Rijn: 'Ik heb nog nooit een wijkverpleegkundige gesproken die voor dit mooie vak heeft gekozen om zo veel mogelijk papieren en formulieren in te vullen. Sterker nog: dat is iedereen een doorn in het oog. Dus zal ik die rompslomp tot een minimum beperken. Dat mes snijdt aan twee kanten: het vak wordt leuker én er is meer tijd voor zorg. Dat komt weer ten goede aan de mensen die zorg nodig hebben.'
Versimpeling
De zorg die wijkverpleegkundigen aan mensen geven, moet nu eenmaal betaald worden. Dat gebeurt met zogenaamde prestaties. Daarvan zijn er nu vijf – persoonlijke verzorging, oproepbare verzorging, verpleging, oproepbare verpleging en advies instructie en voorlichting - maar vanaf volgend jaar wordt dat bij de inkoop versimpeld naar slechts één prestatie: simpelweg wijkverpleging. En hoe minder verschillende prestaties, des te minder registraties.
Spilfunctie
Het kabinet heeft maatregelen genomen om de wijkverpleegkundige een spilfunctie te geven en om zo de zorg aan huis beter vorm te geven. Allereerst is er vanaf het begin van deze periode extra geld naar de wijkverpleegkundige zorg gegaan. Ten tweede hebben wijkverpleegkundigen de vrijheid gekregen om zelf te indiceren: niet het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) maar zijzelf stellen nu vast welke zorg bij wie wanneer nodig is.
Hervorming langdurige zorg
Het versterken van de positie van wijkverpleegkundigen is onderdeel van de hervorming van de langdurige zorg. Die is er op gericht om de kwaliteit, houdbaarheid en betrokkenheid bij de zorg te versterken en te verbeteren. De vraag wat goede kwaliteit is, kan de wijkverpleegkundige het beste zelf beantwoorden. Zij komen bij mensen thuis. Zij zien wat iemand nodig heeft. En maken in overleg met mensen goede zorg thuis mogelijk.