De prijzen van receptgeneesmiddelen in het basispakket zijn per 1 april van dit jaar met gemiddeld 0,7% gedaald ten opzichte van de maand daarvoor. De daling is het gevolg van de nieuwe maximumprijzen die de minister van VWS op grond van de Wet Geneesmiddelenprijzen (WGP) heeft vastgesteld.
Deze wet bepaalt dat de prijs die leveranciers voor een geneesmiddel mogen vragen, niet hoger mag zijn dan een maximum dat gebaseerd is op de gemiddelde prijs van hetzelfde geneesmiddel in België, Duitsland, Frankrijk en Groot–Brittannië.
De minister stelt deze maximumprijzen jaarlijks in april en oktober vast. Prijsdalingen bij colecalciferol (Vitamine D3), inhalatiepreparaten met salmeterol en "uticason (Seretide) en insuline glargine (Lantus) hadden in april de grootste impact op het lagere prijspeil van geneesmiddelen.
Prijzen in 20 jaar gemiddeld 60 % gedaald
In juni 2016 bestaat de prijzenwet twintig jaar. In die jaren zijn de prijzen van geneesmiddelen gemiddeld met bijna 60% gedaald. Hiervan werd het grootste deel in het afgelopen decennium gerealiseerd. In die tien jaar daalden de medicijnprijzen gemiddeld met bijna 40%.
Ruim de helft van deze prijsdalingen is het directe gevolg van de WGP. Daarmee is de WGP het belangrijkste instrument van de overheid om de geneesmiddelenuitgaven te beperken. Alleen in 2015 had de relatief ongunstige koers van de euro ten opzichte van het Britse pond een dempend effect op de prijsdalingen.