Aandeel mbo-studenten afgenomen
In het studiejaar 2021-2022 volgden ruim 437 duizend jongeren een mbo-opleiding. Na een lichte stijging van het aantal mbo-studenten tot 25 jaar in voorgaande jaren, nam dat aantal in het studiejaar 2021-2022 licht af. Ook nam het aantal studenten op het hbo en wo de afgelopen jaren toe waardoor het aandeel mbo-studenten ondanks de hoge aantallen toch is afgenomen.
Verschuiving studiekeuze
De studiekeuze van jongeren op het mbo is de afgelopen jaren veranderd. Vergeleken met tien jaar eerder volgden minder jongeren in het studiejaar 2021-2022 een opleiding op het gebied van ‘recht, administratie, handel en zakelijke dienstverlening’. Daaronder vallen opleidingen tot verkoper, (account)manager en verschillende administratieve beroepen. Ook kiezen iets minder jongeren voor de studierichting ‘techniek, industrie en bouwkunde’. Er worden bijvoorbeeld minder vaak opleidingen tot hout-, plaat- of kunststofbewerker, (elektro)monteur of bouwvakker gevolgd.
Dienstverlening
In de dienstverlening werden juist meer jongeren opgeleid, vergeleken met het studiejaar 2011-2012. Mbo-studenten tot 25 jaar volgden vaker opleidingen in de richting toerisme en recreatie of een opleiding tot kapper, schoonheidsspecialist, horecaondernemer of bakker. Onder dienstverlening vallen ook de sportopleidingen. ‘Gezondheid en welzijn’ is niet langer de meest gekozen studierichting door jongeren.
Om- of bijscholing in Zorg en welzijn
Niet alleen jongeren volgen een mbo-opleiding: 13,5 procent van mbo-studenten in het studiejaar 2021-2022 was 25 jaar of ouder. Om nieuwe vaardigheden te leren, volgt deze groep een mbo-opleiding vaak naast hun werk. Vaker dan bij jongeren, volgen mbo-studenten van 25 jaar en ouder (57 procent) een opleiding in de sector ‘Zorg en welzijn.’ Tijdens de coronapandemie lijkt dit leeftijdseffect te zijn versterkt. Vooral de laatste jaren neemt het percentage mbo-studenten van 25 jaar of ouder op een opleiding in de sector Zorg en Welzijn toe. In tegenstelling tot jongeren, kiezen mbo-studenten ouder dan 25 jaar minder vaak voor een opleiding in de sector Economie.