Deze toename is alleen bij personen vanaf 20 jaar. Bij jongeren tot 20 jaar blijft het aantal verdrinkingen de laatste jaren op hetzelfde niveau van gemiddeld 14 per jaar. Naast 112 inwoners van Nederland verdronken nog 26 niet-ingezetenen. Dat meldt het CBS.
Meer mannen dan vrouwen verdrinken. In 2018 overleden 89 mannen en 23 vrouwen door verdrinking. Het aantal mannen dat door verdrinking om het leven komt, is al jaren drie tot vier keer zo hoog als het aantal vrouwen. Het aantal mannelijke verdrinkingsdoden ging van 67 in 2017 naar 89 in 2018. Bij vrouwen is er een toename van 18 in 2017 naar 23 in 2018. Het aantal verdrinkingen onder kinderen jonger dan 10 jaar bleef constant (8), iets minder tieners verdronken in 2018 dan in 2017 (van 9 naar 6). Vanaf de leeftijd van 20 jaar zijn 98 mensen verdronken. Dat zijn 30 verdrinkingsdoden meer dan in 2017. De toename doet zich voor in alle onderscheiden leeftijdgroepen vanaf 20 jaar.
Steeds minder jonge kinderen verdrinken
Het aantal verdrinkingen is in de afgelopen decennia gedaald. In de jaren vijftig verdronken jaarlijks 400 tot 500 inwoners in Nederland. Vanaf 2000 schommelt dit aantal rond 88. In 2018 is voor het eerst sinds 2002 weer een stijging te zien van meer dan 30 procent.
De afname van het aantal verdrinkingen door de decennia heen is met name te zien onder kinderen tot 10 jaar. In 1950 verdronken nog 266 jonge kinderen, 197 jongens en 69 meisjes. De laatste tien jaar verdronken jaarlijks gemiddeld 8 jonge kinderen per jaar, het merendeel jongens. De afname van het aantal verdrinkingen is het grootst bij kinderen van 1 tot 5 jaar: van 187 in 1950 tot gemiddeld 6 in de laatste tien jaar. Bij kinderen van5 tot 10 jaar is het aantal verdrinkingen ook fors afgenomen, van 76 in 1950 tot gemiddeld iets meer dan 2 in de laatste tien jaar. Daarentegen verdronken vanaf 2000 juist meer ouderen, in het bijzonder mensen van 60 jaar of ouder.
Meer verdrinkingen onder personen met niet-westerse achtergrond
In de periode 2014–2018 zijn 443 inwoners van Nederland door verdrinking om het leven gekomen, van wie 96 een niet-westerse migratieachtergrond hadden. 51 verdronken personen hadden een westerse migratieachtergrond. Per 100 duizend inwoners verdronken drie keer zoveel mensen met een niet-westerse achtergrond als met een Nederlandse achtergrond, 1,44 per 100 duizend tegen 0,45 per 100 duizend inwoners. Het relatieve aantal verdronken personen met een westerse migratieachtergrond was 0,65 per 100 duizend inwoners.
Het aantal verdrinkingen per 100 duizend inwoners is bij personen met een niet-westerse migratieachtergrond in alle leeftijdsgroepen tot 60 jaar duidelijk hoger dan bij personen met een Nederlandse achtergrond. Het grootste verschil is te zien bij 10- tot 20-jarigen. De sterfte door verdrinking is 7,4 keer zo hoog als onder tieners met een Nederlandse achtergrond. Ook in andere leeftijdsgroepen zijn relatief veel personen met een niet-westerse migratieachtergrond verdronken.
Meeste buitenlandse bezoekers die verdrinken zijn Duitsers
In 2018 verdronken 26 buitenlandse bezoekers in Nederland, van wie de helft in Duitsland woonde. De meeste internationale bezoekers in Nederland komen ook uit Duitsland.
In de periode 2014–2018 verdronken in Nederland 120 mensen die niet in Nederland woonden. Dit is 21 procent van het totale aantal verdrinkingen in Nederland. Het ging in een derde van de gevallen om Duitsers, in 18 procent van de gevallen om Polen.
Meeste verdrinkingen in zomermaanden
De meeste verdrinkingen gebeuren in de zomermaanden. In juli is het aantal verdrinkingen 0,43 per dag (periode 2014–2018, jaargemiddelde is 0,24 per dag), in juni is dat 0,33 per dag. Het grootst is het aantal verdrinkingen in Friesland (0,9 per 100 duizend inwoners, periode 2014–2018) en in de grote steden Amsterdam, Utrecht en Rotterdam achtereenvolgens 1,2, 1,1 en 1,0 verdrinkingen per 100 duizend inwoners, ongeveer het dubbele van het gemiddelde aantal verdrinkingen van 0,5 per 100 duizend inwoners (periode 2014–2018).