Na de eerste maanden van 2009 stegen de voedselprijzen alleen in januari 2013, september 2017 en april 2019 met een vergelijkbaar percentage als in mei 2019. In januari 2019 werd het lage btw-tarief verhoogd van 6 naar 9 procent. Deze verandering van het belastingtarief had een opdrijvend effect op de prijsstijging van voedingsmiddelen. De prijzen van voedingsmiddelen fluctueren doorgaans meer dan de consumentenprijsindex voor alle goederen en diensten. Consumentengoederen en -diensten waren in mei 2019 gemiddeld 2,4 procent duurder dan een jaar eerder.
Sterkste prijsstijging bij vlees en vis
De prijzen van vlees en vis stegen in mei 2019 bijna 5 procent op jaarbasis. Dit is de grootste prijsstijging in bijna anderhalf jaar tijd. De prijsstijging van brood en granen schommelt vanaf januari rond het hoogste niveau in tien jaar tijd. De prijzen van zuivelproducten stegen dit jaar met 3 procent en alle overige voedingsmiddelen werden gemiddeld meer dan 4 procent duurder. Groente en fruit waren 2,6 procent duurder. De prijzen van groente stegen, terwijl fruit juist goedkoper werd.
Een tiende van uitgaven consumenten gaat naar voeding
Huishoudens geven ruim 10 procent van hun consumptieve bestedingen uit aan voedingsmiddelen. Van de uitgaven aan voeding besteden consumenten het meeste aan vlees en vis, namelijk bijna 25 procent. Daarna volgen de uitgaven aan groente en fruit. Hier geeft men gemiddeld ruim 22 procent van het voedingsbudget aan uit.