Bijna 4,1 miljoen mensen hadden om uiteenlopende redenen geen betaald werk. Naast de eerder genoemde werklozen ging het om bijna 3,8 miljoen mensen die niet recent hebben gezocht en/of niet direct voor werk beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Hun aantal is in de laatste drie maanden met gemiddeld duizend per maand afgenomen. UWV registreerde eind maart 268 duizend lopende WW-uitkeringen.
Werkloosheidsindicator
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In maart waren er 307 duizend werklozen, dat komt neer op 3,3 procent van de beroepsbevolking. Eind 2018 lag dit percentage voor het eerst onder het laagste niveau van voor de crisis. In maart is het verder gedaald.
UWV: WW daalt verder
Eind maart 2019 verstrekte UWV 268 duizend WW-uitkeringen. Dat is 2,2 procent minder dan een maand eerder en 18,2 procent minder dan een jaar eerder. Een persoon kan meerdere WW-uitkeringen naast elkaar ontvangen. Eind maart 2019 ontvingen 260 duizend mensen ten minste één WW-uitkering. Daarvan heeft 27,8 procent al meer dan een jaar WW.
UWV: vooral daling bij 45- tot 55-jarigen
Het aantal WW-uitkeringen daalde het meest onder 45- tot 55-jarigen. Eind maart 2019 waren er 66 duizend WW-uitkeringen in deze leeftijdsgroep. Dat is een daling van 24 procent ten opzichte van vorig jaar. Onder 55-plussers daalde het aantal WW-uitkeringen in die periode met 18,8 procent en kwam uit op 94 duizend.