BTW-aangiften
Het gaat om online aankopen van goederen door Nederlandse consumenten bij bedrijven die binnen de Europese Unie, maar niet in Nederland, gevestigd zijn. Buitenlandse webwinkels die per jaar voor meer dan 100 duizend euro aan producten verkopen aan Nederlandse consumenten zijn verplicht om btw-aangifte te doen. Deze aangiften zijn gebruikt als bron. De Europese webwinkels die minder dan 100 duizend euro omzetten, zijn niet meegenomen in het onderzoek. De totale bestedingen van Nederlandse consumenten bij Europese webwinkels worden daardoor onderschat. De cijfers zijn berekend op basis van een nieuwe methode die nog in ontwikkeling is en zijn dus voorlopig. De foutmarge op deze omzet is ongeveer 5 procent.
Omzet Nederlandse webwinkels groeit harder
De internetverkopen van in Nederland gevestigde webwinkels namen in het eerste kwartaal van 2018 met bijna 22 procent toe. Dat is meer dan de omzetgroei die Europese webwinkels door verkopen aan Nederlandse consumenten in deze periode behaalden (15 procent). Bij Nederlandse pure webwinkels groeide de omzet met 19 procent, bij Nederlandse detailhandelsbedrijven met zowel een fysieke winkel als een webwinkel was de omzetgroei 26 procent. De totale omzet van de Nederlandse detailhandel groeide in het eerste kwartaal van 2018 met 2,7 procent.
Omzetaandeel Europese webwinkels klein
Het onderscheid tussen Nederlandse en buitenlandse webwinkels is voor een consument niet altijd goed te maken. Webwinkels van buitenlandse bedrijven zijn veelal in meerdere talen opgemaakt waaronder Nederlands. De aankopen van Nederlanders bij Europese webwinkels vormen een relatief klein deel van de totale bestedingen aan vergelijkbare producten door Nederlandse consumenten. Het gaat om minder dan 2 procent in 2017.