maandag, 13. november 2017 - 9:37 Update: 13-11-2017 9:43

TU Delft: Toerisme en luchtvaart maken Parijse doelen onhaalbaar

TU Delft: Toerisme en luchtvaart maken Parijse doelen onhaalbaar
Foto: Archief EHF/ foto ter illustratie
Delft

In het jaar 2100 vliegt de wereldbevolking negen keer zo veel kilometers als in 2015, en over dezelfde periode verdubbelt de gemiddelde reisafstand van alle toeristische reizen.

De luchtvaart, voor 90% toerisme, ontkomt niet aan een sterke afname van de groei of zelfs geen groei, als we de klimaatdoelen willen halen. Dat zegt Paul Peeters, die op woensdag 15 november op dit onderwerp promoveert aan de TU Delft.

Enorme groei

De stijgende CO2-emissies van het wereldwijde toerisme maken het onmogelijk om de klimaatdoelen van Parijs te halen. Dat wordt veroorzaakt door de enorme groei van het gebruik van het vliegtuig door vakantiegangers en zakenreizigers. In het jaar 2100 vliegt de wereldbevolking naar verwachting ruwweg negen keer zo veel kilometers als in 2015 en verdubbelt de gemiddelde per reis afgelegde afstand. Het aandeel van de luchtvaart in de CO2-emissies van toerisme groeit van 50% in 2005 naar ruim 75% in 2100, terwijl verreweg de meeste reizen per auto worden afgelegd. Dat becijfert TU-promovendus Paul Peeters, tevens lector aan NHTV Breda University of Applied Sciences. Toeristen zijn nu verantwoordelijk voor ongeveer vijf procent van alle CO2-emissies, maar dit aandeel zal sterk gaan stijgen.

Nauwelijks effect

De ICAO (International Civil Aviation Organisation) is verantwoordelijk voor het verminderen van de emissies door de internationale luchtvaart. De in 2016 door ICAO aangekondigde maatregelen zullen echter nauwelijks effect hebben, zo blijkt uit het proefschrift van Peeters. Zelfs een combinatie van sterke maatregelen, zoals een 200% ticket-taks, $1000/ton CO2 koolstofbelasting, maximale inzet op technologie, 90% subsidie op duurzame biobrandstoffen en $200 miljard investeringen per jaar in hogesnelheidsspoorlijnen, niet leidt tot economisch en klimatologisch duurzame ontwikkeling van toerisme. Om dat te bereiken zijn additioneel directe volumemaatregelen nodig die de luchtvaart onder het huidige niveau houden. Daarbij kan worden gedacht aan internationale afspraken over een beperking van aan het aantal vluchten op luchthavens. In de huidige discussie wordt te veel verwacht van technologische ontwikkeling in de luchtvaart, maar deze kan nooit de volumegroei compenseren.

ICAO

De belangrijkste aanbeveling voor beleidsmakers is volgens Peeters dan ook om beleid te formuleren waarmee het volume van de luchtvaart kan worden beperkt en daarmee de groei van de reisafstand. Het overlaten van het klimaatbeleid voor internationale luchtvaart aan ICAO, zoals nu het geval is, is volgens hem bijna een garantie voor het mislukken ervan. De ICAO behartigt vooral de belangen van de luchtvaartindustrie, waardoor niet valt te verwachten dat de ICAO in staat zal zijn het wereldwijde volume van de luchtvaart te verminderen. Daarom zouden landen ook verantwoordelijk moeten worden voor de emissies van internationale vluchten vanaf hun luchthavens.

Motor van de economie?

In 2016 publiceerde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur het kritische rapport ‘De mainports voorbij’ en stelde daar de groeiambitie van Schiphol ter discussie. Het proefschrift voegt een nieuwe dimensie toe aan deze discussie, zeker op middellange termijn. Als we de klimaatdoelen van Parijs willen halen, dan ontkomt luchtvaart niet aan een sterke afname van de groei en zeker ook krimp in rijke landen. Dat is niet bepaald een goed aanknopingspunt om de Nederlandse economie aan op te hangen. Het proefschrift laat zien dat het merkwaardig is dat de klimaateffecten van luchtvaart niet in de groeidiscussie worden meegenomen. Investeringsbesluiten over Lelystad, Schiphol en andere luchthavens hebben effecten voor vele decennia, dus het is relevant met lange-termijnscenario’s rekening te houden.