In een nieuw rapport focust DNB op de impact van klimaatrisico’s op de Nederlandse financiële sector. Deze impact is veelzijdig, zo blijkt uit een viertal deelonderzoeken, en dient zich steeds nadrukkelijker aan. DNB gaat klimaatrisico’s daarom steviger verankeren in haar toezicht met als uiteindelijke doel het bewerkstelligen van duurzame financiële stabiliteit.
Het rapport gaat onder meer in op de gevolgen van klimaatverandering, zoals een toename van extreem weer en zeespiegelstijging. Schade als gevolg van storm, hagel en regen is in Nederland meestal verzekerd en heeft daarmee een directe impact op verzekeraars.
Op een aantal deelgebieden krijgen financiële risico’s al concreet vorm. Zo maakt klimaatverandering het aannemelijk dat Nederlandse verzekeraars te maken gaan krijgen met steeds hogere klimaatgerelateerde schadelasten. Dit leidt tot een additionele druk op de premies van schadeverzekeringen, waarbij premieverhogingen schoksgewijs kunnen plaatsvinden. Daarnaast maakt klimaatverandering het lastiger om de kans op extreem weer goed in te schatten.
Geen benzine en dieselauto's
Ook leidt de energietransitie tot steeds specifieker beleid binnen deelgebieden van de economie. Zo mogen in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk na 2040 geen diesel en benzine auto’s meer verkocht worden. In Nederland is wetgeving aangekondigd die voorschrijft dat alle kantoorpanden vanaf 2023 minimaal energielabel C moeten hebben. Dit kan de verhuurbaarheid en waarde van kantoorpanden die niet aan dit label voldoen beïnvloeden. Uit een steekproef op de labelverdeling van commercieel vastgoed in Nederland, waaronder kantoorpanden, blijkt namelijk dat 46% van de bankleningen gedekt is met onderpand dat een matig tot slecht (D t/m G) energielabel heeft. Daarbij hebben financiële instellingen nog niet altijd alle relevante data omtrent energielabels beschikbaar binnen hun risicomanagement systemen.
De financiële sector onderkent klimaatrisico’s, maar meer is nodig
In het algemeen lijkt de Nederlandse financiële sector zich steeds bewuster te zijn van klimaatrisico’s en veel stappen in de goede richting te zetten. Zo hebben banken aangescherpte eisen aangekondigd voor de herfinanciering van niet-duurzame kantoren. Daarnaast brengen veel grote financiële instellingen in kaart aan welke CO2-intensieve sectoren zij blootgesteld zijn. Ook verzekeraars hebben de gevolgen van klimaatverandering steeds scherper voor ogen, wat onder andere blijkt uit een recent rapport van het Verbond van Verzekeraars. Daarbij adresseren enkele schadeverzekeraars de onzekerheid in hun risicomodellering door herverzekeringsprogramma’s aan te scherpen.
Er moeten echter ook extra stappen worden gezet. Zo kunnen instellingen meer vooruitblikkende elementen zoals scenarioanalyses toevoegen aan hun risicomanagement. Verder is het belangrijk dat instellingen klimaatrisico’s stelselmatig in kaart brengen en daar waar nodig maatregelen nemen. Daarbij zijn er specifieke aandachtspunten. Zo zullen financiële instellingen in hogere mate relevante data over klimaatrisico’s in hun risicomanagementsystemen moeten opnemen. Het gaat daarbij zowel om het ontsluiten van interne data als het opnemen van nieuwe risico-indicatoren. Daarnaast geldt voor schadeverzekeraars dat zij in hun risicomanagement, en in het bijzonder in hun risicomodellering, in hogere mate rekening zullen moeten houden met klimaatverandering.
Vervolgstappen DNB voor beheersing klimaatrisico’s
Ook DNB zal een aantal vervolgstappen zetten om via haar toezicht zorg te dragen voor adequate identificatie en beheersing van klimaatrisico’s door financiële instellingen. Zo zal DNB klimaatrisico’s verder verankeren in haar toezichtaanpak en deze vaker agenderen in gesprekken met onder toezicht staande instellingen. Daarnaast wordt er gewerkt aan de implementatie en verdere ontwikkeling van klimaatstresstesten. In dat kader wordt momenteel een klimaat-gerelateerde stresstest uitgevoerd bij schadeverzekeraars en is een stresstest voor transitierisico’s in ontwikkeling.