Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant lopen voorop in de handel met het Verenigd Koninkrijk. Zij verzorgen twee derde van de handel, zowel bij de invoer als bij de uitvoer. De drie provincies hebben een groter aandeel in de zogeheten wederuitvoer dan in de uitvoer van Nederlandse makelij. Dat komt vooral door grote wederuitvoerstromen vanuit Noord-Holland, zoals geneesmiddelen. De invoer uit het Verenigd Koninkrijk wordt onder meer gedragen door minerale brandstoffen die de Rotterdamse haven binnenkomen.
In de totale Nederlandse goederenhandel zijn de drie provincies ook toonaangevend, maar iets minder dan bij de handel met het Verenigd Koninkrijk.
Voeding en dranken belangrijkste exportproduct meeste provincies
De belangrijkste producten van Nederlandse makelij die naar het Verenigd Koninkrijk worden afgezonden, zijn aardolieproducten, bloemen en planten, groenten, vlees en aardgas. Voor zeven van de twaalf provincies zijn voeding en dranken het meest uitgevoerde exportproduct van Nederlandse makelij met bestemming Verenigd Koninkrijk. Bij Friesland is het aandeel zelfs meer dan de helft. Noord-Brabant en Flevoland doen goede zaken met Nederlandse machines en vervoermaterieel. In Flevoland zijn deze goederen goed voor de helft van de export. Vanuit Limburg en Overijssel zijn industriële producten het belangrijkste, de Groningse export naar het Verenigd Koninkrijk wordt gedomineerd door grondstoffen en minerale brandstoffen (met name aardgas).
Aandeel export naar Verenigd Koninkrijk kleiner dan voor de crisis
Het aandeel dat het Verenigd Koninkrijk heeft in de totale export van Nederlandse makelij, is in zeven jaar tijd gedaald van 8,9 procent tot 7,8 procent. Het afnemende relatieve belang van het Verenigd Koninkrijk hangt samen met een sterkere groei van de export naar landen buiten Europa zoals China. Voor met name Groningen en Overijssel is het deel van de uitvoer van Nederlandse producten dat naar het Verenigd Koninkrijk gaat, flink afgenomen. Provincies waarvoor het Britse aandeel in het uitvoerpakket is gestegen zijn Utrecht, Drenthe en Noord-Holland. In geld gemeten gaat het om kleine verschillen.
Eerder meldde CBS al dat Nederland aan de totale export van goederen en diensten naar het Verenigd Koninkrijk 20 miljard euro verdiende in 2015, oftewel 3 procent van het bbp.