De Golden Age Index is een gewogen gemiddelde van verschillende indicatoren. Werkgelegenheid, inkomsten en trainingen zijn de indicatoren die de impact weergeven van werknemers ouder dan 55 jaar op de arbeidsmarkt in de OESO-landen.
Volgens Jan Willem Velthuijsen, hoofdeconoom van PwC, zijn de Nederlandse resultaten ook een bevestiging van een andere trend. "Uit dit onderzoek blijkt maar weer eens dat Nederland kampioen deeltijdwerken is, een trend die al sinds de bayboomers van kracht is. Hierdoor blijft de economische kracht van ouderen al grotendeels onbenut. Daarnaast zijn oudere werknemers relatief hard getroffen door de crisis omdat velen hun baan zijn kwijtgeraakt. Dit verklaart de zeer matige Nederlandse ranking."
Velthuijsen wijst op het positieve effect voor alle OESO-landen als deze groep beter wordt benut. "We hebben het over 2,6 biljoen euro dat de 34 OESO-landen aan hun Bruto Nationaal Product kunnen toevoegen, mits het gelijk is aan het niveau dat in Zweden wordt gehaald."
De groep oudere werknemers in de OESO-landen groeit tot 2030 met een kwart tot over de 500 miljoen. "Deze groep zet onmiskenbaar druk op ons zorgsysteem, sociale stelsel en heeft grote impact op de financiële zekerheid van bijvoorbeeld ons pensioensysteem. Landen kunnen zich hiertegen wapenen door oudere werknemers veel beter een plek in de economie te geven. Hierbij stijgt het BNP en ook nemen belastinginkomsten toe", aldus Velthuijsen.
Israël, Duitsland en Nieuw-Zeeland hebben sinds 2003 de grootste stappen voorwaarts gemaakt. Dit komt voornamelijk door een sterk toegenomen werkgelegenheid voor werknemers tussen de 65 en 69. Amerika is ten opzichte van vorig jaar met vijf plekken gedaald naar plek 7. Dit komt omdat andere landen zich in hoger tempo positief op dit terrein ontwikkelen.