De opbrengst van de overdrachtsbelasting was in 2007 bijna 5 miljard. In 2013 waren de opbrengsten afgenomen tot een vijfde hiervan. Drie factoren beïnvloeden de opbrengst van de overdrachtsbelasting: het aantal verhandelde onroerende zaken, de transactieprijs en het tarief van de overdrachtsbelasting.
Tot en met 2013 nam het aantal verkochte woningen aanzienlijk af. Ook daalde de gemiddelde transactieprijs. Halverwege 2011 verlaagde de Rijksoverheid bovendien het tarief van de overdrachtsbelasting voor de aanschaf van een woning van 6 naar2 procent. Bij de verkoop van bijvoorbeeld bedrijfspanden en grond is nog wel 6 procent overdrachtsbelasting verschuldigd. In 2007 brachten de woningverkopen circa 61 procent van de totale overdrachtsbelasting op. Dat is gedaald naar ongeveer 46 procent in 2015.
Aantrekkende woningmarkt verhoogt opbrengst uit overdrachtsbelasting
Na 2013 is de opbrengst van de overdrachtsbelasting weer toegenomen. De aantrekkende woningmarkt droeg hieraan bij. Het aantal verkochte woningen nam in 2014 en 2015 aanzienlijk toe. Vorig jaar werden 178 293 woningen verkocht. In 2013 was het aantal verkopen nog ruim een derde lager.
Daarnaast steeg ook de gemiddelde koopsom sinds 2013. Toen bedroeg de gemiddelde verkoopprijs circa 213 duizend euro. In 2015 was dat toegenomen tot ruim 230 duizend euro. Zowel de toenemende woningverkopen als de gestegen gemiddelde koopsom deden de opbrengsten uit overdrachtsbelasting toenemen. De toename van woningverkopen tussen 2013 en 2015 verhoogde de opbrengsten met ongeveer 291 miljoeneuro. Daarnaast leidde de gestegen koopsom tot nog eens 37 miljoen euro meer opbrengsten.