De man wordt ervan verdacht tussen eind mei 2014 tot aan zijn aanhouding begin augustus 2016 een groot aantal websites te zijn binnengedrongen. Hij maakte daarbij gebruik van softwareprogramma’s om zwakke websites op te sporen en hierop in te breken. Op die manier wist de man, zo is de verdenking, onder meer een groot aantal emailadressen uit de databases van die websites buit te maken.
Vervolgens zou de man uit naam van een creditcardmaatschappij mails hebben gestuurd naar de buitgemaakte adressen. In die zogenoemde phishingmail probeerde hij de klanten te verleiden om op een link te klikken. Dit om hen vervolgens naar een nagemaakte website - een phishingsite - te leiden. Zo trachtte hij creditcardgegevens, pincode of inloggegevens zoals gebruikersnaam, wachtwoord of rekeningnummer te achterhalen. De man bemachtigde die gegevens overigens niet alleen via phishing. Ook door zijn werk als receptionist in een hotel zag hij kans de creditcardgegevens van hotelgasten voor zichzelf te noteren.
De man heeft, zo betoogde de officier tijdens de zitting, niet alleen het vertrouwen in het internet aangetast, maar ook in zijn algemeenheid het vertrouwen in de medemens. “Het is voor de benadeelden, en velen die van deze werkwijze horen, schokkend om te merken hoe we bijna met open ogen ‘genept’ kunnen worden. Dat schaadt ons vertrouwen enorm en kan - naast individuele schade - ook enorme economische schade veroorzaken. Een sterk afgenomen vertrouwen in internetbankieren en het internet betekent immers dat men die wijze van kopen, informeren en bankieren niet meer vertrouwt en minder zal gebruiken, terwijl het internet onmisbaar is in onze huidige samenleving. Verdachte heeft enkel eigen financieel gewin voor ogen gehad”, aldus de officier in haar requisitoir. “Gelet op de ernst van de feiten kan naar de mening van het OM geen andere straf volstaan dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.”