'Daarbij pleit Nederland onder meer voor ten minste een tijdelijke wapenstilstand, directe humanitaire hulp voor de mensen en tegemoetkoming aan voorwaarden voor voedseldroppings boven Aleppo. De VN als neutrale partij moet bovendien een leidende rol krijgen in het uitvoeren van humanitaire hulp', aldus het ministerie.
Vastgelopen onderhandelingen
De onderhandelingen lijken te zijn vastgelopen en het geweld woedt in grote delen van Syrië voort. De frustratie in de internationale arena is groot vanwege het mislukken van de pogingen om op 1 augustus tot een wapenstilstand in Syrië te komen. De ISSG is er tot dusver niet in geslaagd om een doorbraak te genereren in de onderhandelingen tussen strijdende partijen, constateert minister Koenders van Buitenlandse Zaken.
‘Dat is onverantwoord. Het is tijd dat de ISSG en zijn co-voorzitters, de VS en dus ook Rusland, verantwoordelijkheid nemen om een humanitaire ramp in Aleppo te voorkomen’, aldus de minister. Nederland heeft daarom ook aangedrongen op een kritischer positie van de EU, die woensdag op initiatief van Nederland een verklaring uitgaf. Overigens wordt via de VN al gesproken met vertegenwoordigers van het Assad regime; dat is de taak van de VN Vertegenwoordiger De Mistura die daar al enkele tijd mee bezig is. Er is tot dusver echter onvoldoende resultaat geboekt.
Nederland zet zich tegelijkertijd via de ISSG en humanitaire partners in om de Syriërs in belegerde gebieden te bereiken. Ook ondersteunt Nederland het Wereldvoedselprogramma van de VN met een bijdrage van 3,3 miljoen euro voor voedseldroppings. De organisatie heeft mede dankzij de Nederlandse bijdrage al 82 voedseldroppings kunnen uitvoeren in het door ISIS belegerde Deir EzZor.
Minister Koenders: ‘De Nederlandse steun aan het WFP voedseldroppingsprogramma is belangrijk. Syriërs moeten toegang hebben tot voedsel, dat is nu essentieel. De wijze waarop moet effectief en veilig zijn. Nederland heeft in dat verband met zijn partners direct bij Rusland aan de bel getrokken ter bevordering van volledige en onvoorwaardelijke humanitaire toegang tot Aleppo en andere delen van Syrië.’ Minister Ploumen vult aan: ‘Hoe lastig ook, door de voedseldroppings in Deir EzZor heeft de bevolking kunnen overleven. Maar niet alleen daar, ook elders moeten mensen worden gered.’
‘Alle betrokken partijen dienen humanitaire hulp mogelijk te maken. We moeten ons richten op het toelaten van hulp in Aleppo. Niet op het gedwongen verplaatsen van mensen, zoals de Russen lijken te beogen. Dat is de wereld op zijn kop’, benadrukt Koenders. Daarmee doelt de minister op de huidige corridors die burgers in staat zouden stellen de stad te verlaten. De VN is niet bij deze vermeende corridors betrokken. Er zijn grote twijfels over de veiligheid en er wordt nauwelijks gebruik van gemaakt.
Onderzoek vermeende gifgasaanval
Nederland wil een onderzoek naar een vermeende gifgasaanval in de naburige Syrische stad Al-Saraqeb eerder deze week. ‘Als er een gifgasaanval heeft plaatsgevonden, zou dat een grove schending van internationaal humanitair oorlogsrecht zijn’, aldus minister Koenders.
In 2015 nam de Veiligheidsraad van de VN een resolutie aan waarin het ‘Joint Investigative Mechanism’ (JIM) werd ingesteld om inzet van chemische wapens, waaronder chloor, in Syrië te onderzoeken. Nederland heeft voorgesteld de vermeende gifgasaanval mee te nemen in het werk van het JIM, in de hoop dat daardoor de schuldige partij kan worden geïdentificeerd. Nederland heeft 250.000 euro bijgedragen aan het belanghebbende werk van het JIM.