De laatste jaren is er in het verkeer in positieve zin veel veranderd, maar dat geldt jammer genoeg niet voor ons gedrag. We rijden snel te hard, appen en bellen in het verkeer. We vertonen ook steeds vaker agressief gedag. Jeroen Pieck geeft trainingen Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer (EMG) en legt uit wat de problemen zijn en wat de impact van de training is. “Op onze cursus komen verkeersdeelnemers die een overtreding hebben begaan en daarvoor een proces-verbaal hebben gekregen. Ze vertoonden dus verkeerd rijgedrag en zijn daarvoor gestraft. Meestal gaat het om agressief rijgedrag. Daarin heb je twee vormen: instrumentele agressie en affectieve agressie. Bij instrumentele agressie denkt de verkeersdeelnemer nog even zijn voordeel te behalen. Het verkeerslicht staat op rood, maar die automobilist ziet het voor het gemak als ‘diep-oranje’. Ze zijn even niet met de ander bezig, maar vooral met het behalen van een persoonlijk voordeel. Affectieve agressie is agressie ten opzichte van een ander. Geen beste zaak, maar gelukkig zien we dit soort gedrag minder vaak, ikzelf denk verhoudingsgewijs ongeveer 5 op 95.” Dus ondanks de filmpjes die we op internet zien van mensen die elkaar uit de auto trekken en de middelvinger naar elkaar opsteken, valt het in de praktijk wel mee. Maar, zo legt Jeroen uit, instrumentele agressie kan wel leiden tot affectieve agressie.
Vrouwen een uitzondering
Meer dan 95 % van de EMG’ers is man, zelfstandig, behoorlijk ervaren in het verkeer en, gek genoeg, een goede chauffeur. Vrouwen zijn hier een uitzondering. Van het CBR hebben ze allemaal de cognitieve training opgelegd gekregen. De groep overtreders heeft ooit zijn rijbewijs gehaald. Waarom kan deze groep zich dan toch niet aan de wet houden en waarom is sociaal en veilig rijden een probleem voor deze groep? “We zien dat er veel manieren zijn waarop je in de auto kunt zitten. We verdelen ze onder in vier niveaus.
1. Operationeel niveau: je beheerst de handelingen van het voertuig
2. Tactisch niveau: je neemt deel aan het verkeer
3. Strategisch niveau: voorwaarden waarop je gaat autorijden, de tijd die je uittrekt voor de rit
4. Leefstijl niveau: wie en hoe ben je als mens?
We zien het vaak fout gaan bij niveau 3 en 4. Hoe stap je in de auto? Heb je goed geslapen? Ben je op tijd de deur uit gegaan? Hoe ben je in het dagelijks leven? Heb je een kort lontje, ben je vergevingsgezind? Welke normen en waarden hanteer je? Wat voor regels heb je van huis uit meegekregen? Tijdens de cursus leiden deze onderwerpen tot interessante gesprekken.”
Inzicht en impact
De cursisten hebben allemaal hun eigen reden deel te moeten nemen aan de training. Te hoge snelheid, bumperkleven, verkeerd inhalen, appen tijdens het rijden. Dit laatste is echt een groot probleem. De weggebruiker denkt te kunnen multitasken en de snelheid en mogelijke risico’s vergeet hij voor het gemak even. Welke verkeersregels de cursisten ook overtreden hebben, ze hebben allemaal iets gedaan omdat het ze goed uitkwam. Ze denken anderen daar wel even mee op te kunnen zadelen. Tijdens de cursus van Jeroen zien ze in wat de risico's zijn van hun rijgedrag, voor zichzelf en voor anderen op de weg. “Uiteraard heb ik het over regels, maar mijn verhaal daarover komt veel minder aan dan een verhaal van een cursist die betrokken is geweest bij een ongeluk en dat ternauwernood heeft overleefd. Zodra iemand zo’n ervaring deelt, zie je dat dit impact heeft op de hele groep. Ik wil dat ze inzien dat ze een probleem hebben met strategisch- en leefstijlniveau. En ik hoop van harte dat ze dit gaan inzien voordat er doden en gewonden vallen. Rijden kunnen ze wel, vaak heel goed zelfs, daar ligt het niet aan”; aldus Jeroen Pieck.
Het kwartje moet vallen
Tijdens elke cursus probeert Jeroen afspraken met de cursisten te maken en komt daar in de daaropvolgende lessen op terug. Eerder vertrekken, spullen voor de volgende dag klaarleggen en tot tien tellen als je agressief wordt. De cursisten zelf komen ook met tips. Zo was er een jongen die zijn boetes op zijn dashboard had vastgeplakt. Een kleine reminder dat hij het gaspedaal iets minder ver moest intrappen. Een andere jongen had zijn klok afgeplakt zodat hij niet naar de tijd kon kijken. Verzin iets! Als iets helpt, dan helpt het. Volgens Jeroen moet het kwartje vallen. Hun rijgedrag kan heftige gevolgen hebben. “Ik zeg vaak: jongens, die zware rechtervoet, gebruik die op het circuit. Leef je daar lekker uit en zorg dat je geen gevaar bent voor andere weggebruikers.”
Agressie in het verkeer is van alle jaren.
In 2006 bedachten studenten het ‘Sorry gebaar’ dat Veilig Verkeer Nederland destijds samen met de bedenkers naar buiten bracht. Het was de tegenhanger van de opgestoken middelvinger. Communiceren met elkaar is niet zo makkelijk vanuit een rijdend voertuig. In deze situatie kan het sorry-gebaar worden ingezet. De weggebruiker die de fout begaat kan zijn excuses aanbieden en speelt daarmee in op de hoffelijkheid, tolerantie en vergevingsgezindheid van de ander.
De zogenoemde ‘horkenlijn’ van de politie was in die tijd een maatregel om agressieve verkeersdeelnemers erbij te lappen. Een soort kliklijn dus omdat er ook toen te weinig politiecapaciteit was. “Een verkeersveilig gedrag moet echter vanuit jezelf komen en wij stimuleren daarom met name de intrinsieke motivatie om het goede te doen in het verkeer en geven daarvoor een zestal concrete tips. Meedoen is makkelijk”; aldus VVN-woordvoerder Rob Stomphorst.
De webdocu ‘Martijn is boos’ die wij vandaag op 'De dag van de verdraagzaamheid' lanceren gaat over agressie in het verkeer en hoe we daarmee het best om kunnen gaan. De roadmovie is een initiatief van documentairemaakster Barbara van den Bogaard en Veilig Verkeer Nederland. ‘Martijn is boos’ is mede mogelijk gemaakt door VVN's gewaardeerde partner A.A.S. Schadeherstel.