Met het wetsvoorstel maakt Bussemaker een einde aan de jarenlange praktijk dat onderwijsorganisaties zich ongestraft konden voordoen als een erkende instelling voor hoger onderwijs. Sommige instellingen gingen daarbij zo ver dat ze studenten een graad in het vooruitzicht stelden die ze niet mochten afgeven. Met hun praktijken leidden de organisaties studenten en werkgevers om de tuin en schaadden ze de goede reputatie van het Nederlandse hoger onderwijs.
,,Dit soort organisaties maken misbruik van de goede naam van het Nederlandse hoger onderwijs. Ze vragen geld en tijd van studenten voor een diploma dat niets waard is. Dat mag niet onbestraft blijven; het heeft al veel te lang geduurd’’, aldus Bussemaker.