Dit bespaart kosten en brengt door een solide samenwerkingsprotocol kwalitatief goede zorg dicht bij de patiënt. Daarnaast voorkomt het project ook beroertes door vroegtijdige onderkenning van boezemfibrilleren. Binnen dit project gaan de huisartsen namelijk via zogenaamde ‘case finding’ in de huisartsenpraktijk ook mensen opsporen die aan boezemfibrilleren lijden, maar dat nog niet weten.
Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis in Nederland en komt vooral voor bij ouderen. Hierbij slaat het hart meestal met een hoge en onregelmatige frequentie. Deze aandoening geeft risico op bloedstolsels en daardoor op een beroerte.
Dit is met medicatie (antistolling) goed te voorkomen. Een patiënt met boezemfibrilleren is nu vaak onder begeleiding van een cardioloog in het ziekenhuis, de zogenaamde tweede lijn. Om deze zorg naar de eerste lijn, de huisarts, te brengen, komt binnen dit project het echocardiogram onder regie en financiering van de huisarts.
Door het maken van een echocardiogram bepaalt de huisarts of de patiënt in de eerste lijn behandeld kan worden. De cardioloog adviseert hierin en de afspraken zijn vastgelegd in het samenwerkingsprotocol. De huisarts kan te allen tijde de cardioloog (tele)consulteren.