De 74-jarige man was in de zomer van 2008 zijn 99-jarige moeder behulpzaam bij het maken van een einde aan haar leven. De rechtbank had de verdachte schuldig verklaard aan dat feit maar had, met toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, de verdachte daarvoor geen straf opgelegd.
Het hoger beroep
De advocaat-generaal heeft ter zitting van het hof bewezenverklaring van het feit gevraagd en gevorderd dat verdachte daarvoor een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden zou worden opgelegd. Het hof is van oordeel dat de verdachte het feit wel heeft gepleegd, maar dat het feit niet strafbaar is gezien de zeer bijzondere omstandigheden die zich in dit specifieke geval hebben voorgedaan.
Die omstandigheden brengen naar het oordeel van het hof mee dat een beroep op noodtoestand gerechtvaardigd is, zoals werd bepleit door de raadslieden van verdachte.