Er waren ten tijde van de ramp bij het kabinet geen signalen binnengekomen dat het luchtruim boven Oost-Oekraïne onveilig was voor de burgerluchtvaart. Dat stelt minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) tijdens het debat over de stand van zaken in het onderzoek naar de toedracht van de vliegramp op 17 juli.
Maar bij de oppositie komt hij hier niet mee weg. Tenslotte was het de hoogste NAVO-militair in Europa, Philip Breedlove, die ruim twee weken voor de ramp tijdens een persconferentie aangaf dat aan beide zijden van de grens Rusland-Oekraïne zwaar luchtdoelgeschut aanwezig was. Maar toch zou Nederland hier niets van hebben geweten, aldus minister Koenders.
Opstelten voegt hier aan toe: 'Dat anderen daar niet vlogen, had niets te maken met onveiligheid, voor zover wij weten.Er waren geen concrete aanwijzingen dat het toestel daar niet kon vliegen. Ook anderen hadden die signalen niet.' Volgens de minister waren ook het neerhalen van meerdere militaire toestellen in het oorlogsgebied voor het kabinet geen reden de Nederlandse luchtvaartmaatschappijen te waarschuwen niet langer over het conflictgebied te vliegen.
De oppositiepartijen zijn niet tevreden en blijven aandringen op meer informatie. Sjoerd Sjoerdsma (D66) zei 'steeds meer vragen over dit dossier' te hebben. Sjoerdsma blijft hij zich afvragen waarom het neerschieten van twintig vliegtuigen en helikopters in de maanden voorafgaand aan de ramp met de MH17 geen reden was om de Nederlandse luchtvaartautoriteiten te waarschuwen.
Ook vindt hij het vreemd dat staatssecretaris Verkeer Wilma Mansveld (PvdA) kort voor de ramp niet het memo heeft gekregen over de veiligheid van het luchtruim boven Oekraïne.