De effecten van luchtvervuiling op sterfte zijn volgens de berekeningen zo'n 40% hoger dan tot nu toe werd aangenomen. Nederlanders die in de stad wonen (zo'n 40% van de bevolking) gaan gemiddeld 1,5 jaar eerder dood door luchtvervuiling.
De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Environmental Health Perspectives.
Unieke onderzoeksgrootte
Met deze gegevens beschikt Nederland internationaal over het grootste onderzoekscohort waarin verbanden tussen sterfte en gegevens over de luchtkwaliteit op het woonadres zijn onderzocht. Van deze 7 miljoen mensen is tot eind 2010, dus gedurende 7 jaar, door het CBS geregistreerd wie er is overleden. De gegevens zijn anoniem gekoppeld aan andere data van het CBS, zoals leeftijd, geslacht, burgerlijke staat en woonadres. Op basis van de versleutelde woonadressen zijn vervolgens gegevens over fijn stof en stikstofdioxide uit 2001 aan de woonadressen van de 7 miljoen deelnemers gekoppeld.
Nieuwe inzichten
Tot op heden werden alleen de fijn stof niveaus in de berekeningen voor vroegtijdige sterfte gebruikt. Naast het effect van fijn stof blijkt uit dit onderzoek dat er ook een onafhankelijk effect van stikstofdioxide op vroegtijdige sterfte is. Daarnaast komt uit het onderzoek naar voren dat er ook voor mensen onder de 65 jaar een verhoogde kans is op sterfte door luchtverontreiniging. Voorheen werd gedacht dat alleen mensen van hoge leeftijd vroegtijdig doodgaan door luchtverontreiniging.
Uitbreiding en verdieping onderzoek
Het RIVM werkt samen met het Institute for Risk Assessment Sciences van de Universiteit Utrecht verder aan de gebruikte methodiek om ook de effecten van andere omgevingsfactoren dan luchtverontreiniging te onderzoeken. Voorbeelden hiervan zijn de invloed van geluid en groen in de leefomgeving. Daarnaast kunnen met de gebruikte methodiek gezondheidseffecten op andere gebieden dan sterfte, zoals medicijngebruik, zichtbaar worden gemaakt.