Het drietal was werkzaam op de compound bij Srebrenica en werden in 1995 vermoord door Bosnisch-Service troepen nadat zij waren weggestuurd door de Nederlanders. De nabestaanden hadden eerder al een artikel 12-procedure aangespannen tegen het Openbaar Ministerie (OM) omdat deze Karremans niet voor de rechter wilde brengen. De militaire strafkamer in Arnhem stelde de nabestaanden in het ongelijk omdat men niet had hoeven te beseffen dat het wegsturen van het drietal tot hun dood zou leiden.
De advocaten van de nabestaanden vinden dat het onderzoek onvolledig is geweest. Zo zijn Karremans en de twee andere aangeklaagden nooit ondervraagd en zijn de nabestaanden niet gehoord als getuigen. Daarnaast zou er vanuit Defensie en de leiding van het OM druk zijn uitgeoefend.
Karremans laat via zijn advocaat Geert-Jan Knoops weten de procedure met vertrouwen tegemoet te zien. ‘Het hof in Arnhem heeft alles zorgvuldig afgewogen.’