Dat bewijs werd gevonden toen de recherche erin slaagde de telefoon van het slachtoffer te traceren. Deze werd gevonden in een vuilniszak die met een vuilnisboot op weg was van Utrecht naar Rotterdam. In de zak werd ook kleding gevonden, kleding van de verdachte met daarop niet alleen DNA van de verdachte maar ook bloed, huid- en hersenweefsel van het slachtoffer.
Het slachtoffer stond bekend als ‘de kaasboer’ omdat hij met een marktkraam kaas verkocht bij een supermarkt. ’s Avonds werkte hij als taxichauffeur en bracht prostituees naar de tippelzone. Op die manier was hij een bekende in het verslaafdenmilieu. Zo was het gekomen dat de verdachte en zijn vriendin bij hem in huis kwamen te wonen. Zij was zwanger en kon haar werk als prostituee niet meer doen en mocht ook niet meer gebruiken. De kaasboer hielp de verdachte met het beheer van zijn geld.
Wat precies het motief of de aanleiding was tot de doodslag, is lopende het onderzoek niet duidelijk geworden. De verdachte zelf ontkende iets te maken te hebben met de dood van de kaasboer. Iemand anders moet zijn kleren hebben aangetrokken en deze na het delict in de vuilniszak hebben gedaan samen met de telefoon. De officier vond dat scenario ongeloofwaardig. Hij kon niet bewijzen dat er een vooropgezet plan was en evenmin dat het doel was om de kaasboer te beroven, maar er is alle bewijs voor de verdenking van doodslag. Over de persoon van de verdachte zijn de deskundigen niet veel wijzer geworden gezien zijn weigerachtige houding. Ook in het Pieter Baan Centrum heeft men niet kunnen beoordelen of de verdachte lijdt aan een stoornis die van invloed zou kunnen zijn geweest op het delict. Wel is uit zijn justitiële geschiedenis duidelijk geworden dat de verdachte makkelijk agressief kon worden en stemmingswisselingen vertoonde.
Door gebrek aan inzicht in zijn persoon hield de officier van justitie de verdachte daarom volledig toerekeningsvatbaar en vroeg hij de rechterdaarom ook niet om een behandeling of maatregel voor de verdachte. Hij wees op de impact van het delict. “Dit is gruwelijk. In je eigen huis en in je bed waar je het meest kwetsbaar bent word je schedel ingeslagen.” Het slachtoffer was een aardige en sociale man, die zich inzette voor zijn medemens. Wrang dat hij dat met de dood heeft moeten bekopen, juist door iemand die hij wilde helpen. Zijn dood heeft effect gehad op verschillende lagen in de samenleving. De officier van justitie eiste een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 13 jaar.